Minder aanklachten tegen Hofstadgroep
Het openbaar ministerie heeft de lijst met aanklachten tegen de dertien vermeende terroristen van de Hofstadgroep ingekort. In principe worden ze alleen nog vervolgd voor deelname aan een criminele terroristische organisatie.
Dit gebeurt met uitzondering van de verdachten Jason W. en Ismaël A. Zij worden ook berecht voor poging tot doodslag op een arrestatieteam en het in bezit hebben van vier handgranaten.
De twee hebben zich vorig jaar met geweld tegen hun arrestatie verzet in het Haagse Laakkwartier en gooiden een granaat naar het arrestatieteam dat hen moest inrekenen. Hierbij raakte een aantal politiemensen gewond.
De verdachten hebben inmiddels een wijziging van hun tenlastelegging gekregen. Aanvankelijk klaagde justitie hen ook aan voor het samenspannen met andere verdachten van de Hofstadgroep tot een of meer moorden uit terroristisch oogmerk. Doelwitten hiervoor waren filmmaker Theo van Gogh, de Tweede-Kamerleden Hirsi Ali en Wilders en de Amsterdamse bestuurders burgemeester Cohen en wethouder Aboutaleb.
Ook beschuldigde het landelijk parket van het OM de dertien verdachten van het opzettelijk verhinderen van het werk van de kamerleden Hirsi Ali en Wilders door hen met geweld te bedreigen. De vierde aanklacht luidde dat de vermeende Hofstadgroepleden dit in samenspanning met andere vermeende Hofstadgroepleden deden. De beschuldiging dat ze Hirsi Ali, Wilders, Cohen en Aboutaleb met de dood bedreigden waardoor hun veiligheid in gevaar kwam, heeft het OM eveneens ingetrokken.
Volgens een woordvoerder van het OM richten de aanklagers zich nu op het hart van de verdenking, de deelname aan een criminele terroristische organisatie. „De weggevallen losstaande verdenkingen worden hierin meegenomen, maar nu hoeven we niet alle losstaande strafbare feiten nog apart te bewijzen. Nu het politieonderzoek afloopt bleek dit erg lastig. Voor een veroordeling van de verdachten voor deelname aan een terroristische organisatie is dat overigens ook niet nodig. Voor een veroordeling voor de terroristische organisatie denken we voldoende bewijs te hebben.”
Het schrappen van verdenkingen geldt ook voor Mohammed B., de tot levenslang veroordeelde moordenaar van Theo van Gogh. Het is vrijwel zeker nooit eerder in Nederland voorgekomen dat iemand die tot levenslang is veroordeeld, toch nog in een andere strafzaak wordt vervolgd. De rechter kan in het uiterste geval niets anders doen dan B. schuldig te verklaren zonder hem straf op te leggen. Iemand die in Nederland levenslang heeft, komt in principe zijn hele leven de cel niet meer uit.
Het zou „onverantwoordelijk zijn” om B. niet voor de verdenkingen tegen de leden van de Hofstadgroep te vervolgen, motiveerde officier van justitie mr. A. van Dam in mei de nieuwe vervolging van de moordenaar van Van Gogh. „Dat hij geen extra straf kan krijgen, speelt een ondergeschikte rol.”
De voortvluchtige Syrische verdachte van de Hofstadgroep zit niet in de gevangenis in Damascus. Dat blijkt uit onderzoek van het landelijk parket van het openbaar ministerie. Het gaat om de man die wordt beschouwd als de geestelijk leider van de Hofstadgroep.
„De Syrische autoriteiten hebben geen enkele aanwijzing gevonden dat de man is teruggekeerd naar Syrië of daar gevangenzit”, liet het OM gisteren weten. Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken in Damascus heeft dit aan het landelijk parket geantwoord op een rechtshulpverzoek in het onderzoek naar de Hofstadgroep.