„Door bijvoorbeeld automatisering of het verplaatsen van werk naar het buitenland kunnen goede werknemers op straat komen te staan. Hen moet je omscholing bieden in een soort leerstelsel voor ouderen", stelt Wind in een gesprek met het ANP.

Zij gaat ervan uit dat Nederland over een aantal jaren zit te springen om personeel, door de toenemende vergrijzing. Werknemers van wie het werk verdwijnt, zullen dus in een ander vak hard nodig zijn, zegt zij.

Volgens Wind, sinds 1 juni verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden bij de FNV, moeten de ervaren werknemers tijdens hun opleiding van maximaal een jaar tegen het oude loon in dienst blijven van hun werkgever. „Zo houd je mensen klaar voor de arbeidsmarkt en voorkom je een boel sociale ellende".

Volgens Wind pakt het plan niet veel duurder uit dan een WW–uitkering voor een ontslagen werknemer. Het overbodige personeel kan na omscholing namelijk snel aan de slag in beroepen waarnaar vraag is waardoor zij geen uitkering nodig hebben.

Verder wil Wind onder andere het rijk gevulde fonds voor de WW–uitkeringen, ESF–subsidies uit Brussel en de sectorfondsen voor opleidingen aanspreken. De rest moeten de werkgevers bijlappen. In ruil daarvoor mogen zij bepalen uit welke opleidingen de overtollige werknemers mogen kiezen.

„De behoefte van de arbeidsmarkt bepaalt de succesfactor. Daarom krijgen de werkgevers een flinke stem in het opleidingsaanbod", zegt Wind. Volgens haar maakt het scholingsvoorstel onderdeel uit van het nieuwe ’Aanvalsplan Werk’, waarvan de grootste vakcentrale van Nederland later alle details zal bekendmaken.