De VS willen de uitlevering van de man uit de Afrikaanse enclave Cabinda voor zijn rol bij de ontvoering van een werknemer van het Amerikaanse olieconcern Chevron in 1990 in dit gebied. De man, Antonio Bembe, is de sleutelfiguur in de vredesbesprekingen tussen Cabinda en Angola, het land dat deze enclave sinds 1975 bezet. Door zijn arrestatie zijn de vredesbesprekingen tussen beide opgeschort.

Van Bommel zei dat Van Ardenne hem heeft opgebeld en hem heeft verteld dat zij vindt dat de vredesonderhandeling belangrijker zijn dan de uitlevering van Bembe. „Ze heeft erkend dat ze vindt dat justitie deze zaak fout heeft aangepakt", zegt Van Bommel verwijzend naar zijn gesprek met de minister. Een woordvoerder van minister Van Ardenne bevestigt dat de bewindsvrouw het Kamerlid heeft gesproken, maar wil niet op de lezing van hem ingaan.

Opmerkelijk is dat Bembe van het ministerie van Buitenlandse Zaken een visum heeft gekregen om naar Nederland te komen. Het departement wilde hem hier de gelegenheid geven om de vredesonderhandelingen met Angola voor te bereiden. In het verlengde daarvan zou hij in het Vredespaleis een lezing houden op een VN–conferentie. De politie hield Bembe echter vlak daarvoor op de trappen van het Vredespaleis aan.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken beschouwt het als een belangrijke taak om te helpen bij vredesbesprekingen tussen landen. Volgens een woordvoerster van dit departement is daarom ook een visum aan Bembe verstrekt.

Buitenlandse Zaken benadrukt echter dat het departement geen inhoudelijk rol in deze onderhandelingen speelt. Volgens de advocaat van Bembe, V. Koppe, heeft zijn cliënt echter wel twee keer contact met een hoge ambtenaar van Buitenlandse Zaken gehad.

Nederland heeft internationaal een goede reputatie voor het faciliteren en ondersteunen van vredesbesprekingen, maar die komt nu onder druk, meent Van Bommel. „Ons land staat in hoog aanzien op dat punt en dat wil ik zo houden en mevrouw van Ardenne ook. Dat valt zeer te prijzen".

Buitenlandse Zaken wilde dit weekeinde niet ingaan op het punt of de aanhouding van Bembe in de toekomst schadelijk kan zijn voor hun taak om vredesbesprekingen tussen landen te ondersteunen. Volgens Van Bommel vrezen een aantal medewerkers van het departement die hij heeft gesproken daar wel degelijk voor.

Van Bommel is met name boos op minister Donner van Justitie, omdat de bewindsman „door de uitleveringsprocedure tegen Bembe in gang te zetten, het vredesproces tussen Cabinda en Angola willens en wetens op het spel zet". Dat vredesproces is ook in de ogen van het Tweede–Kamerlid veel belangrijker dan de uitlevering van Bembe. Hij heeft inmiddels Kamervragen over de kwestie gesteld. Dinsdag buigt de rechtbank in Den Haag zich voor het eerst over deze kwestie.