Ongunstig tij voor windmolens in zee
Het tij is niet gunstig voor windmolenparken in zee. Regeringspartijen CDA en VVD trekken het nut van subsidies in twijfel wegens verondersteld gebrek aan rendement voor het milieu en de energievoorziening.
Als de regeringspartijen hun zin krijgen, bespaart de overheid miljarden aan subsidie. Op dit moment is het overheidsbeleid erop gericht in 2020 zestig windmolenparken (6000 megawatt) in de Noordzee te realiseren, goed voor 15 tot 20 procent van het Nederlandse stroomverbruik. Daarmee moet de economie minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen zoals olie en aardgas.
Nuon en Shell bouwen bij Egmond aan Zee een klein park van 100 megawatt, waarvoor zij 350 miljoen euro aan subsidie ontvangen. Het park bij Egmond is een van de twee windmolenparken waarvoor tot dusver een vergunning is verleend.
Het CDA stelt nu dat het overheidsgeld beter aan andere doelen kan worden besteed. „Je moet de beperkte middelen die je hebt voor duurzame energie goed inzetten”, zegt kamerlid Hessels vanochtend in Het Financieele Dagblad. „Wij zien meer toekomst in zonne-energie en in schone kolen- en gascentrales.”
Het CDA wil alleen nog subsidies verstrekken voor innovaties in windmolentechnologie, niet voor de exploitatie van de parken. Dat betekent dat er nog maar een fractie overblijft van de oorspronkelijke miljarden die de overheid voor windmolens in zee had uitgetrokken. De VVD neemt al langer stelling tegen de „astronomische” overheidssteun voor windmolens langs de kust.
Waarschijnlijk komt het Centraal Planbureau (CPB) deze week met een kosten-batenanalyse. Op basis daarvan komt minister Brinkhorst van Economische Zaken met een voorstel.