Opinie

Aantallen tellen voor christelijke zorg

Volgens Johan Polder heeft de christelijke zorgpolis alleen toekomst als aanvullende verzekering. Dr. R. Seldenrijk

12 September 2005 10:23Gewijzigd op 14 November 2020 02:56

stelt dat het voor christelijke zorgverzekeraars van groot belang is aantallen te laten zien. Verzekeraars krijgen per verzekerde geld van verzekerden -via de werkgever- én uit de centrale kas. Beide geldstromen zijn ongeveer even groot. Die vergoedingen worden niet gebruikt voor abortus, euthanasie en andere ethisch belaste zaken. Dáárvoor kunnen we een aantekening op de poliskaart laten maken. Dit getuigenis kon in het ziekenfonds niet en dat is tegelijk op dit moment het maximaal haalbare.

In december heeft de Kamer een amendement van SGP en CU aangenomen om verstrekkingen die op gespannen voet staan met de beschermwaardigheid van het leven te schrappen, maar de polisinhoud als geheel bleef onveranderlijk.

Maar eigenlijk moeten we over een heel ander punt nadenken, namelijk over de algehele verslapping - ook in christelijke kring. We hebben in de jaren zeventig stilzwijgend gedacht dat de principiële discussie over bijvoorbeeld abortus en euthanasie alleen anderen betrof, maar principes hebben alles te maken met de levenspraktijk en uiteindelijk treffen ontwikkelingen in de samenleving ons in de portemonnee.

Portemonnee
En als het om christelijke zorgverzekeraars gaat, die kunnen zich vanuit een christelijke identiteit profileren in de aanvullende polis, bijvoorbeeld door palliatieve zorg te bekostigen: dan kan het leven leefbaar kan blijven tot de betrokkene sterft. Verzekeraars zijn zeker bereid zo veel mogelijk christelijke zorgaanbieders te contracteren. Maar… dan moeten er wel voldoende verzekerden om vragen.

Voor christelijke zorgverzekeraars en ook voor een organisatie als de NPV is het van groot belang aantallen te laten zien. Voor het waarborgen van christelijke zorg móéten meer mensen een principiële keus maken. Als wij nu geen principiële keus maken en daarvoor ook daadwerkelijk wat willen overhebben, dan lijken de mogelijkheden voor christenen binnenkort verkeken.

De diaconale taak van de kerk als hoedster van waarden op het terrein van de werken van barmhartigheid in het algemeen en dat van de zorgverlening in het bijzonder is de laatste decennia verschrompeld. Toch blijft deze taak bestaan en die zal zelfs steeds belangrijker blijken. Zo lang er leven is, is er hoop. Maar de tijd begint wel te dringen.

Tijdgeest
In dit verband denk ik aan een uitspraak van de vaders des vaderlands, Willem van Oranje. Die zei: „Men hoeft niet te hopen om te ondernemen. Noch te slagen om vol te houden.” Maar net als voor zijn geval geldt voor de hier geschetste situatie dat er veel van afhangt.

Zoals gezegd: de tijdgeest laat ons niet ongemoeid. Dat klinkt ook in volle ernst door in de vraag van Jezus: Wie blijft nog geloven (Lukas 18:8; vergelijk Zacharía 3:2)?

Wie dit ter harte gaat verstaat ook dezelfde volle ernst van de opdracht van Jezus tot geloof én de werken van barmhartigheid in onze door de zonde gebroken wereld (Matthéüs 25:35 en 36). De waakzaamheid geldt allen, zegt Hij (Markus 13:37), zodat we niemand in het bijzonder behoeven te beschuldigen en iedereen schuldig stellen!

De auteur is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer