Amerikaans optimisme is soms zorgeloos
De hulp van de Amerikaanse overheden aan de slachtoffers in New Orleans faalde in de eerste dagen na de orkaan; daar is iedereen het er wel over eens. Dr. James Kennedy vreest dat de kortzichtigheid die je vaak ziet bij de Amerikaanse overheden een weerspiegeling is van de burgers die zij vertegenwoordigen.
Er zijn veel redenen aangedragen voor de gemaakte fouten. Een gebrekkige communicatie tussen de verschillende overheden van stad, staat en federatie; recente veranderingen bij het federale bureau voor nationale rampen (FEMA); gebrek aan geld, materiaal en soldaten door de oorlog in Irak; en ten slotte een structurele onverschilligheid ten aanzien van het lot van de armen en de minderheden, en in dit geval de zwarten van New Orleans.
Maar er is nog een achterliggende reden: het soms zorgeloze optimisme van Amerikanen over de manier waarop zij leven en over de natuur. Het Amerikaanse weer kan extreem, onvoorspelbaar en heel gevaarlijk zijn. Het deel van Amerika waar ik opgroeide kende weliswaar geen orkanen, maar wel hadden wij te maken met temperatuurschommelingen tussen de -40 graden Celsius en +40 graden Celsius, met sneeuwstormen, zandstormen, hagelstenen ter grootte van tennisballen, tornado’s en een rivier die van tijd tot tijd overstroomde.
Belastinggeld
We moesten daar gewoon mee leren leven. Als iemands huis verwoest werd door een tornado, bouwde hij het gewoon weer op - en beter nog dan het daarvoor was. In andere gebieden, waar de gevaren van bosbranden en overstromingen groter waren, hadden Amerikanen diezelfde houding: als de natuur toeslaat, dan zullen wij herbouwen. Federaal verzekeringsbeleid heeft het Amerikanen vaak mogelijk gemaakt om in gebieden te wonen met hoge risico’s.
Amerikanen hebben leren leven met het gevaarlijke weer: het komt, je zet je schrap en je ziet wel wat de gevolgen zijn. Ze besteden minder tijd aan het nadenken over preventie. Preventieve maatregelen kosten belastinggeld en zijn misschien niet nodig. Planning wordt daarom vaak verworpen als kostbare en ongewenste overheidsbemoeienis. En daarbij denken ze niet snel aan hun medeburgers die hier het meest mee gebaat zouden zijn: de arme mensen die minder mobiel zijn en minder goed in staat om een nieuwe start te maken na een natuurramp.
Geloof
Het Amerikaanse optimisme is bemoedigend. Het is goed te zien hoe mensen vastberaden en vol zelfvertrouwen weer willen herbouwen wat verloren is gegaan. En de spontane hulpacties laten zien dat het morele ondernemerschap, dat Amerika een goede naam heeft gegeven, nog springlevend is. Hun geloof versterkt deze positieve houding.
Maar dit kan niet verhullen dat Amerikanen niet houden van dure, langetermijnoplossingen voor problemen die hen zouden dwingen om meer belasting te betalen of hun levensstijl aan te passen. Pas na 11 september namen ze de terroristische dreigingen serieus en pas na Katrina zien ze het belang in van maatregelen die beschermen tegen het geweld van orkanen. Het laat reageren op de dreiging van natuurrampen is niet iets dat alleen Amerikanen kenmerkt, maar hun zorgeloze optimisme draagt zeker niet bij aan een adequate reactie. Ook kunnen ze hiervoor niet bij hun eigen overheid terecht. Want ik vrees dat de kortzichtigheid die je vaak ziet bij de Amerikaanse overheden een weerspiegeling is van de burgers die zij vertegenwoordigen.
voetnoot (u17(De auteur is hoogleraar nieuwste geschiedenis aan de Vrije Universiteit.