„U ving in Indië de klappen op”
„Na het vaderland vier jaar gediend te hebben, moest ik bij de demobilisatie een rijksdaalder betalen omdat ik een paar sokken kwijt was. Dat was Nederland op z’n best.”
Indië-veteraan J. Bakker kan er nu om lachen. De 80-jarige Hagenaar woonde woensdagmiddag de zeventiende herdenking rond het Nationaal Indiëmonument in Roermond bij. „Indië blijft een deel van je leven.”
Als jongens van net twintig gingen ze na de Bevrijding naar het overzeese gebiedsdeel om er orde en rust te herstellen. Nu lopen ze tegen de tachtig. Bij duizenden kwamen de veteranen woensdag naar Roermond. „We hebben 19.600 treinkaartjes uitgegeven. Trek er een paar duizend vanaf van mensen die verhinderd zijn of met het biljet gaan winkelen, maar dan nog is het een menigte”, zegt een bestuurslid van de stichting die de jaarlijkse herdenking organiseert.
Op het veld kruipt die menigte zo veel mogelijk weg in de schaduw van een paar bomen. De plastic stoeltjes zijn al vroeg bezet. „Vroeger stonden die stoeltjes er niet, maar ja, we worden allemaal ouder”, zegt P. de Rave uit Krimpen aan den IJssel. Hij komt hier bijna elk jaar. „Ter ere van de jongens die in Indië omgekomen zijn.”
Zelf ontsnapte hij op West-Java steeds weer aan het gevaar. „Ik was chauffeur en dan wist je dat je in een hinderlaag kon lopen en dat er trekbommen in de bomen hingen. Ik heb geluk gehad.” Uit zijn bataljon kwamen er zestien om. „Terug in Nederland praatte je er zelden meer over. Ik potte het op. Mijn kinderen weten er ook weinig van. Eigenlijk was je hele jeugd weg: eerst twee jaar ondergedoken in Friesland, toen drie jaar naar Indië, daarna dienstdoen bij de Bescherming Bevolking.”
De Rave maakt zich kwaad over de spijtbetuiging van minister Bot richting Indonesië, waar de bewindsman de afgelopen maand voor het eerst de herdenking van de onafhankelijkheid bijwoonde. „Bot is m’n vriend niet meer. Nooit geweest trouwens.”
Premier Balkenende onderstreept de spijtbetuiging echter als hij de veteranen toespreekt. „De scheiding van Nederland en Indië verliep gewelddadiger en pijnlijker dan nodig was. Maar dat laat onverlet het respect dat u als veteranen toekomt. U ving de klappen op. We gedenken de gevallenen met groot respect. Ik weet dat de vraag naar het waarom blijft knellen.”
Balkenende beschrijft de moeilijke omstandigheden waaronder de militairen hun werk deden. „Velen van u zijn nóg regelmatig op patrouille, ’s nachts, wanneer de beelden van die tijd weer terugkomen. De taaie tentakels van de angst, waar je nooit meer helemaal uit loskomt. U wachtte na terugkeer een bureaucratische ontvangst. De Nederlandse samenleving stond niet open voor uw verhalen, terwijl die onlosmakelijk deel zijn van onze vaderlandse geschiedenis.”
„Door democratisch genomen beslissingen werden wij uitgezonden”, zegt stichtingsvoorzitter H. Cremers. „De tijd leert of die beslissingen juist waren.”
Voor Hagenaar Bakker was het vertrek naar Indië een persoonlijke keus. „Toen Eindhoven bevrijd werd, hebben we vanuit de ondergrondse een compagnie stoottroepen gevormd om te voorkomen dat de Duitsers over de Waal kwamen. We zijn met de Canadezen Duitsland ingegaan en hebben Groningen bevrijd. Als groep tekenden we voor uitzending als oorlogsvrijwilliger naar Indië. Via Engeland vertrokken we in 1945, maar we mochten Indië niet in. Toen hebben we eerst Bangka bevrijd. ’k Heb daarna op Java gezeten. Tijdens een van de politionele acties bevrijdden we de olievelden op Zuid-Sumatra. Daardoor kreeg ik contacten in de oliewereld en ik ben tot 1959 voor Shell in Indonesië gebleven.”
Bakker reageerde onlangs met een ingezonden brief op een bericht dat bij de militairen in Irak door de hitte en de spanning de accu na drie maanden leeg is. „Ik gun die jongens hun rust, hoor, maar wij hebben drie jáár in de hitte en de spanning gezeten zonder dat we op verlof konden.”
Meer dan 6200 militairen overleefden het niet. Voor hen wordt even later een minuut stilte in acht genomen. Vier F-16’s komen over in de ”missing man”-formatie. Premier Balkenende en staatssecretaris Van der Knaap leggen de eerste krans. EHBO’ers snellen toe als een veteraan door de hitte onderuitgaat.
Een deel van de massa heeft de auto dicht bij het park geparkeerd. Overijverige agenten beginnen bekeuringen uit te schrijven. Maar dat gebrek aan respect pikken de buurtbewoners niet. „’k Ben even naar oom agent toegestapt.” Als de agenten alle bonnen weer onder de ruitenwissers vandaan halen, helpen de bewoners graag mee.