Gemengde gevoelens van De Geus bij CAO–afspraken
Minister De Geus van Sociale Zaken krijgt „een beeld van een halfvol glas" als hij de CAO–afspraken van tot nu toe dit jaar beoordeeld. Volgens hem zijn de afspraken tussen werkgevers en vakbonden over loonmatiging, ziekengeld, kinderopvang en levensloop in de geest met het sociaal akkoord, dat de sociale partners in het najaar van 2004 met het kabinet hebben gesloten. „Maar niet overal".
Dat heeft de bewindsman woensdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer, die naar verwachting 14 september over de CAO–ontwikkelingen debatteert. Volgens de tussenstand die De Geus op basis van 64 CAO–akkoorden heeft gemaakt, stijgen de lonen van ruim 3 miljoen werknemers gemiddeld 0,9 procent dit jaar.
Dat is volgens de minister weliswaar „historisch laag", maar tegelijkertijd „bevinden zich achter dit gemiddelde zestien CAO’s met een stijging van meer dan 1,25 procent". Hij wijst erop dat met sociale partners was afgesproken dat salarisstijging in 2005 „uiterst terughoudend" zou zijn en dat de vakbeweging dit had ingevuld met een maximale looneis van 1,25 procent.
De afspraken in het zogenoemde Najaarsakkoord over doorbetaling van loon in de eerste twee ziektejaren, zijn ook wisselend ingevuld. In een kwart van de CAO’s is de betaling daadwerkelijk beperkt tot gemiddeld 170 procent van het salaris. In de meeste CAO’s betaalt de werkgever meer, al dan niet afhankelijk van de inspanning van de zieke kracht om weer aan de slag te komen.
Wel betaalt het overgrote deel van de werkgevers, zoals afgesproken met het kabinet, eenzesde van de kinderopvangkosten voor zijn werknemers. Slechts in twee CAO’s zijn geen afspraken gemaakt over de werkgeversbijdrage. In twaalf CAO’s is een voorziening getroffen voor ouders die bijvoorbeeld van één werkgever afhankelijk zijn, en is een bijdrage van eenderde mogelijk.
Tegelijkertijd is de nieuwe verlofspaarregeling ’levensloop’ in veel CAO’s nog niet van de grond gekomen. Tot nu toe zijn hierover in circa eenderde van de akkoorden afspraken gemaakt en in negen gevallen doen werkgevers een duit in het spaarpotje van hun personeel.