Romeinen uit Elst aten alleen het beste brood
Titel:
”In de schaduw van het Noorderlicht. De Gallo-Romeinse tempel van Elst-Westeraam”
Auteur: Harry van Enckevort e.a.
Uitgeverij: Uniepers, Abcoude, 2005
ISBN 90 6825325 5
Pagina’s: 128
Prijs: € 21,90. De vondst van enkele stukjes steen bij Elst in de gemeente Overbetuwe was het begin van een ontdekkingstocht van archeologen in dat gebied. Waar inmiddels een nieuwe Vinex-wijk is verrezen, stond rond het jaar 100 een monumentale Romeinse tempel.
Tijdens het onderzoek kwamen archeologen op het tempelterrein ook oventjes tegen met brokstukken verkoold materiaal. Vrijwel zeker gaat het om brood. Vanwege de slechts conservering was het niet meer mogelijk om de graansoort met zekerheid te bepalen. De gevonden broodresten lijken op die uit de Romeinse nederzetting in Kesteren. Wel is in Elst fijner meel gebruikt.
De Romeinen gebruikten verschillende soorten brood. Zo was autopyron een grof, donker mengsel van zemelen met wat meel. Dit brood was speciaal voor slaven en honden. Athletae was ongegist brooddeeg gemengd met een soort zachte kwark. Buccellatum was droge beschuit of brood dat bestemd was voor soldaten. Artophites was een licht brood dat gemaakt werd van de beste bloem en met gist in een vorm werd gebakken. Vele verkoolde broden van dit type zijn in de verwoeste stad Pompeii in een bakkersoven gevonden.
Hoewel het volgens de archeologen erg moeilijk is om aan de hand van het geringe aantal broodresten uit de tempel van Westeraam uitspraken te doen over het soort brood, lijkt het er toch sterk op dat de Romeinen in Elst het beste brood Artophites aten.
Door een aantal aardewerkscherven is de tempel met zekerheid te dateren in de eerste en tweede eeuw. Geen enkele scherf kwam uit de derde eeuw. „Hieruit mogen we met enige voorzichtigheid afleiden dat de cultusplaats in het laatste kwart van de tweede eeuw -een uitermate roerige periode- is opgeheven en langzamerhand tot ruïne is vervallen. De steenhopen zijn daarna nog op gezette tijden bezocht. Hiervan getuigen enkele munten en twee graven die waarschijnlijk in de vierde eeuw bij de bouwval zijn aangelegd”, aldus de archeologen. Aan welke god de tempel was gewijd, is nog onbekend.