„Nederlander verwend kind”
Het klopt dat de overheid niet goed luistert naar de taal van de samenleving, maar dat een sterke leider nodig zou zijn, daarmee is Arjo Klamer het niet eens.
Klamer, hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, vindt dat Nederlanders zich minder als verwende kinderen moeten gedragen en zelf moeten werken aan een betere samenleving.
Klamer reageerde daarmee maandag op het rapport ”De Sociale Staat van Nederland” van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waaruit blijkt dat ruim 60 procent van de Nederlanders „onvermoeibare en toegewijde” leiders willen. „Als Nederlanders iets niet tolereren, zijn het wel sterke leiders”, brengt Klamer daartegenin. „We zijn en blijven polderaars, we moeten vergaderen. Fortuyn zou een ramp geworden zijn.”
Het grootste probleem ligt volgens Klamer niet bij de overheid, maar bij de mensen zelf. Nederland is veel te weinig maatschappelijk georganiseerd, vindt hij. Dat uit zich bijvoorbeeld in een zeer klein aantal mensen dat zich bij een politieke partij heeft aangesloten. „Nederlanders hebben te weinig over voor hun samenleving.”
Dit gedrag versterkt de overheid nog eens door marktgericht te denken. Daardoor voelen mensen zich meer klant dan burger, stelt Klamer. Waar een burger zelf verantwoordelijkheid neemt, iets probeert te verbeteren aan de samenleving, probeert de klant genoegdoening te halen als hij slecht behandeld wordt. „Iemand anders moet het probleem dan maar oplossen.”
Ondanks het sombere beeld over de staat van de samenleving, gloort er volgens Klamer hoop. „Het is goed dat mensen er ongelukkig mee zijn. Het positieve is dat daaruit veranderingen kunnen voortkomen.”