Italiaanse regering wil vertrek van Fazio
De positie van de president van de Italiaanse centrale bank is dit weekeinde verder onder druk komen staan. Twee leden van de Italiaanse regering hebben Antonio Fazio openlijk ertoe opgeroepen zijn ontslag in te dienen.
Vice-premier Giulio Tremonti en de minister van Financiën, Domenico Siniscalco, vinden de positie van de centraal bankier onhoudbaar vanwege zijn omstreden rol in twee overnamegevechten in de Italiaanse banksector.
Fazio leek vrijdag nog zeker van zijn functie als centraal bankier nadat de regering overeenstemming had bereikt over hervormingen bij Banca d’Italia. De gouverneur van de centrale bank wordt voortaan aangesteld voor een periode van zeven jaar en kan niet worden herbenoemd. Die maatregel zal echter pas van kracht worden na het vertrek van Fazio, die voor het leven is benoemd.
Volgens minister Siniscalco had de regering verwacht dat Fazio in reactie op deze maatregel zelf zou besluiten op te stappen. „Wij hebben de hervormingen vrijdag goedgekeurd en we verwachtten dat de gouverneur zaterdag een verstandige keuze zou maken. Als ik Fazio was, zou ik aftreden”, zei de minister zondag. Hij maakte eerder al de opmerking dat de gouverneur slecht was voor het imago van Italië.
Vice-premier Tremonti liet zich de voorgaande dag in soortgelijke bewoordingen uit. „De bankpresident moet aftreden. Ik zeg al drie jaar dat hij niet geschikt is voor de baan.” Beide bewindslieden deden hun uitspraken tijdens een bijeenkomst van zakenlieden en politici in het Noord-Italiaanse Cernobbio.
Ook de Italiaanse werkgevers dringen opnieuw aan op het vertrek van Fazio. „De Italiaanse ondernemers, en niet alleen de ondernemers, zijn gebaat bij een sterke internationale geloofwaardigheid”, stelde werkgeversvoorzitter Luca Montezemolo. Van die geloofwaardigheid is volgens hem niets meer over. Montezemolo vindt dat Fazio in deze situatie niets anders rest dan opstappen. De werkgeversvoorman uitte dit jaar al eens kritiek op de president van de centrale bank.
Fazio ligt onder vuur omdat hij de Italiaanse banken probeert te beschermen tegen overnames door buitenlandse branchegenoten. Hierdoor ondervond ABN AMRO dit voorjaar veel tegenstand bij zijn pogingen Banca Antonveneta in te lijven. Ook een bod van de Spaanse bank BBVA op de Italiaanse branchegenoot Banca Nazionale del Lavoro werd tegengewerkt. De Spanjaarden haakten uiteindelijk af, terwijl ABN AMRO nog altijd interesse toont in zijn overnameprooi.