De adviesprijs van een liter euro ongelood komt daarmee op 1,515 euro. Voor super moeten automobilisten inmiddels 1,569 euro betalen. Diesel kost nu 1,135 euro per liter.

De historisch hoge prijzen die automobilisten nu moeten betalen voor benzines, hebben direct te maken met de orkaan Katrina. Vooral het uitvallen van raffinage- en transportcapaciteit heeft ervoor gezorgd dat de prijzen op de internationale productmarkten tot astronomische hoogten zijn gestegen. De recordprijzen van ruwe olie helpen ook niet, maar hun effect op de recente onstuimige prijsontwikkeling aan de pomp is volgens een deskundige van Shell minder sterk.

Het einde van de prijsstijgingen lijkt nog niet in zicht, ondanks de sussende woorden van Bush. De prijsontwikkelingen op internationale markten laten juist zien dat de vraag naar benzines vanuit de VS sterk toeneemt, onder meer omdat hulpdiensten een grote behoefte hebben aan brandstof om hun taken in het rampgebied uit te voeren.

Door het verminderde aanbod is er sprake van ware prijsexplosies. In de periode januari-augustus deed benzine per ton (1000 liter) gemiddeld nog 480 dollar op de internationale productmarkten. Op dit moment liggen de prijzen boven de 800 dollar per ton.

Deze prijsstijgingen worden doorberekend aan de consumenten, omdat de benzinemaatschappijen hun hogere inkoopkosten compenseren. In Nederland hebben de grootste benzinemaatschappijen Shell, BP, Esso, Texaco en Total hun adviesprijzen de afgelopen dagen fors omhooggeschroefd.

Volgens UnitedConsumers was de gemiddelde landelijke adviesprijs vrijdag op 1,523 euro voor euro ongelood en 1,577 euro voor super. De organisatie houdt op zijn website dagelijks de adviesprijzen van de vijf grootste maatschappijen bij en berekent het gemiddelde.

Wereldwijd zijn automobilisten dezer dagen veel duurder uit aan de pomp dan vóór Katrina. Dat de prijzen niettemin per land verschillen heeft onder meer te maken met het geldende belastingregime. In Nederland vloeit ongeveer 90 cent per getankte liter benzine naar de schatkist.

Limburg zal de vijf vervoerders die in de provincie met bussen rijden, niet compenseren voor de hoge dieselprijzen. De Limburgse gedeputeerde M. Vestjens (VVD) zei vrijdag in de commissie verkeer van Provinciale Staten dat de provincie hier geen geld voor zal vrijmaken.

De contracten die de provincie met de bedrijven heeft gesloten, kennen geen ontsnappingsclausule voor de gestegen brandstofprijzen, zei Vestjens. Hij waarschuwde de vervoerders niet te beknibbelen op de service. Hij vindt het onaanvaardbaar dat enkele maatschappijen dreigen minder bussen te laten rijden of lijnen op te heffen. Ook hierin houdt hij de ondernemingen aan het contract.