Opinie

Geen angst voor de rood-gele hordes

De Chinees-Russische betrekkingen zijn recent op veel terreinen aanzienlijk verbeterd. Dr. Marcel de Haas

2 September 2005 18:00Gewijzigd op 14 November 2020 02:54
„De recente verbetering in de Chinees Russische betrekkingen –op velerlei terreinen– mag bijzonder worden genoemd.” Foto EPA
„De recente verbetering in de Chinees Russische betrekkingen –op velerlei terreinen– mag bijzonder worden genoemd.” Foto EPA

betoogt dat de voor het Westen dreigend ogende innige militaire samenwerking die daarvan in het verlengde ligt, wel eens van tijdelijke aard zou kunnen zijn. Eind augustus voerden Rusland en China voor het eerst in veertig jaar gezamenlijke militaire oefeningen uit. Hoe opmerkelijk ook, dit is slechts het topje van de ijsberg van beroering die momenteel gaande is in de Centraal-Aziatische regio. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat de huidige machtsverhoudingen de komende jaren aanzienlijk zullen veranderen.

De jaren negentig -en versterkt door de gebeurtenissen op 11 september- gaven een toenemende westerse (lees: Amerikaanse) invloed te zien in Centraal-Azië, ten koste van de invloed die Rusland traditioneel uitoefende op deze regio. De laatste paar maanden zijn die panelen behoorlijk aan het schuiven. Zo zijn Peking en Moskou met de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) een militaire alliantie aan het opbouwen die als primair strategisch doel heeft de Amerikanen uit Centraal-Azië te verdrijven.

Argusogen

De recente verbetering in de Chinees-Russische betrekkingen -op velerlei terreinen- mag zeker bijzonder worden genoemd. Zo zijn de grensgeschillen opgelost in verdragen, zal de Russische Federatie China voorzien van olie en gas, blijft China de beste afnemer van Russisch wapentuig, hebben de presidenten van beide staten gezamenlijke verklaringen afgelegd tegen (Amerikaanse) dominantie van de internationale arena en zijn de Russisch-Chinese oefeningen de facto gericht op het met hightechwapens te hulp komen van een door separatisme bedreigde partner.

Met het optreden van strategische bommenwerpers met kruisvluchtwapens, onderzeeërs, lucht- en amfibische landingen en troepen- en materieelverplaatsingen over grote afstanden laat Rusland aan China zien hoe moderne militaire middelen strategisch kunnen worden ingezet om politieke doeleinden af te dwingen. Met een dergelijk oefenscenario zullen niet alleen de VS maar ook Japan en zeker ook Taiwan, China’s ’opstandige provincie’, deze militaire verbroedering met argusogen volgen.

Naast China, Rusland, Kazachstan, Tadzjikistan en Kirgizië is Oezbekistan in 2001 als zesde lidstaat aangeschoven bij de SCO. Tot 2005 concentreerde de SCO zich in hoofdzaak op regionale veiligheid -activiteiten tegen de drie ’kwaadaardigheden’ van terrorisme, separatisme en extremisme- en economische samenwerking. Op de laatste topontmoeting in juli zette de SCO een drastische koerswijziging in.

De Centraal-Aziatische lidstaten -denk aan de bestraffende woorden van de VS en de EU over het bloedig neerslaan van de opstand in Andijan door de Oezbeekse regering- zagen inmiddels hun bestaan bedreigd vanwege door het Westen gesteunde oppositiebewegingen. Met deze achtergrond sprak de SCO zich op de top uit voor het vaststellen van een vertrekschema van de Amerikaanse militaire contingenten uit Oezbekistan en Kirgizië.

Helft wereldbevolking

Nog opmerkelijker was het toekennen van een waarnemersstatus aan Iran, India en Pakistan, die zich daarmee voegden bij Mongolië. Met bijna de helft van de wereldbevolking en de deelname van vier (bewezen) nucleaire mogendheden en één (Iran) mogelijk in opkomst, heeft de SCO een militair vermogen verkregen dat op zijn minst indruk moet maken op het Westen.

Welke betekenis moeten we toekennen aan deze ontwikkelingen? Moet het Westen zich gaan voorbereiden op aanstormende rood-gele hordes? Van belang is allereerst om vast te stellen dat de samenwerking in de SCO vooral gebaseerd is op een negatief strategische doel, namelijk het terugdringen van de Amerikaans-westerse invloed in die regio. Het ontbreekt bij de lidstaten en waarnemers van de SCO veelal aan positieve, gemeenschappelijke doeleinden.

Zo speelt voor China het verkrijgen van afzetmarkten en het verwerven van brandstoffen een grote rol, herwint de Russische Federatie haar imago van supermogendheid in het GOS en willen de Centraal-Aziatische regimes met de SCO hun overleving verzekeren. Bij de waarnemers lijkt de rol van Iran in het antiamerikanisme te liggen en zal India zijn internationale aanzien trachten te vergroten en samen met Pakistan willen demonstreren dat het een eigen koers wil varen, onafhankelijk van het Westen.

Deze mengeling van mogelijk tegenstrijdige eigen belangen -bijvoorbeeld de relatie van Iran tot extreem islamitische bewegingen, waardoor de Centraal-Aziatische lidstaten zich juist bedreigd voelen- kan op termijn echter scheuren veroorzaken in het SCO-front. De deelnemers hebben uiteindelijk maar weinig gemeenschappelijk.

Groeiende mogendheid

De innige relaties tussen China en de Russische Federatie zouden ook wel eens van tijdelijke aard kunnen zijn. Poetin realiseert zich heel goed dat China in zowel economisch als militair opzicht een groeiende mogendheid is. Ruslands Verre Oosten kent een lange grens met China en beschikt over energiebronnen waaraan China steeds meer behoefte heeft. Rusland zal er rekening mee houden dat de vriendschap met China in de toekomst weer kan bekoelen.

Een indicatie hiervoor kan zijn dat momenteel in het Russische Verre Oosten -na Ruslands primaire regio van onveiligheid, Tsjetsjenië/Dagestan- een tweede ”joint militair commando” van defensiestrijdkrachten en interne veiligheidstroepen zou worden opgericht. Aangezien in het Verre Oosten islamitische terreur ontbreekt, moet deze militaire opbouw wel gerelateerd zijn aan een potentiële dreiging van China.

Het is daarom niet ondenkbaar dat Rusland op een zeker moment samenwerking met het Westen zal verkiezen boven die met China, waarbij het mogelijk minder invloed in Centraal-Azië moet accepteren in ruil voor economische samenwerking en ruggensteun tegenover de groeiende macht van China.

De auteur is Ruslandkundige en krijgskundig onderzoeker bij het Clingendael Security & Conflict Programme van Instituut Clingendael.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer