Laagvliegen in een Lelijke Eend
Kan niet missen: het klepperende, wat rauwe geluid verraadt een tweecilinder onder de motorkap. Het Zutphense Burton bouwt sportauto’s op het chassis van een Citroën 2CV. Laagvliegen in een Lelijke Eend.
Op het terrein van Burton Car Company in Zutphen doet weinig denken aan snelle bolides: een verzameling aftandse Citroëns 2-CV en Dyane staat tegen de spoordijk beetje bij beetje verder te vergaan. En toch vormt dit schroot-in-wording de basis voor stoere Burtons. Letterlijk.
De broers Iwan en Dimitri Göbel hebben wat met de Eend. Iwan Göbel: „In onze studententijd vonden we dat een te gekke auto. Die voorkeur is gebleven.” Ontwerper Dimitri -„hij kan driedimensionaal denken”- en de wat zakelijker aangelegde Iwan hebben hun voorliefde voor speciale auto’s van hun vader. „Hij verzamelde oldtimers.” De jongens sleutelden al op jonge leeftijd. Een zelfgebouwde miniauto staat in Zutphen te pronken tussen de Burtons.
Elitaire merken
Voor de goede orde: deze tweezitters uit de Achterhoek mogen er gelikt uitzien, qua prijs zijn ze niet te vergelijken met elitaire merken als Donkervoort en Spyker. Een liefhebber haalt voor 5000 euro een Burton-bouwpakket in huis. Een doorsnee kist gereedschap, wat technische aanleg en tussen de 120 en 150 uur arbeid is voldoende om een eigen retrolook sportauto voor de deur te krijgen. Negentig procent van de afnemers kiest voor deze route. Kant en klaar kopen kan natuurlijk ook. „Dan praat je over prijzen van 10.000 tot 19.000 euro”, aldus Göbel.
Wie een Burton rijdt, bezit op papier een Citroën 2-CV. „Een auto bestaat uit drie onderdelen: koetswerk, chassis en motor. Een van die elementen mogen we volgens de wettelijke regels veranderen, in ons geval is dat het koetswerk.” Een Burton kent dus een origineel Eend-onderstel en ook de motor is van Citroën-huize.
Op de koplampen na herinnert uiterlijk niet zo veel meer aan de Lelijke Eend. Het ontwerp heeft wat weg van een Bugatti of van een Jaguar. Het geluid dat de tweecilinder motor produceert, is zwaarder dan dat van de 2-CV. „Technisch kun je ervoor zorgen dat zo’n auto meer dan 200 kilometer per uur rijdt. Dat doen we niet, daar is-ie niet voor bedoeld.”
Vijf jaar zijn de broers nu bezig met de Burton, 575 sportauto’s rijden inmiddels rond. „Het ontwerp heeft 1 miljoen euro gekost.” Een bouwpakket wil niet zeggen dat alle auto’s hetzelfde zijn. Integendeel. Een klant kan kiezen uit 1000 kleuren voor de carrosserie en 60 kleuren voor het interieur. Ook voor de rest is het maatwerk wat de klok slaat. Spatborden, velgen, het raampje, vleugeldeuren: klantwensen zijn er om vervuld te worden.
Haakse bochten
Göbel zegt dat Burton de grootste sportautofabrikant van Nederland is. „We kunnen nog wel twintig jaar vooruit met 2-CV’s. Die zijn tot 1991 geproduceerd, in totaal zo’n 5 miljoen stuks. In Nederland staan nog zeker 10.000 Eendjes. Onderdelen zijn ruimschoots voorhanden.”
Een gestripte Lelijke Eend -„24 schroeven losdraaien en het koetswerk ligt eraf”- gaat deels op in een Burton. Wat niet geschikt is voor de sportwagen verdwijnt in het magazijn. „Voor de onderdelenhandel. We gooien weinig weg.”
Op het Zutphense industrieterrein De Mars probeert Göbel het Burton-gevoel over te dragen. Dat lukt prima, doordat bestuurder en bijrijder nagenoeg op de grond zitten, een dakje ontbreekt en de Burton-roffel luid en duidelijk in de oren tettert. „We rijden minder hard dan het lijkt”, schreeuwt de directeur. Haakse bochten snijdt hij met 60 kilometer per uur aan. De auto geeft geen krimp en ligt als een blok op de weg. „Het kan ook met 100 in het uur, maar dat vind jij niet leuk meer!” Zou zomaar kunnen.
ABS en stuurbekrachtiging ontbreken in de sportwagen. Gordels ook. Een rolbeugel is evenmin aanwezig. Hoeft niet volgens de wet, want de leeftijd van de originele 2-CV is doorslaggevend voor dergelijke voorzieningen. Göbel: „Er gebeuren weinig ongelukken met een Burton. De meeste mensen hebben ’m niet om mee te raggen, maar gaan gezellig toeren.”
Voor wie daardoor wordt gerustgesteld: TNO-onderzoek heeft aangetoond dat iemand die uit een open sportauto wordt geslingerd een grotere overlevingskans heeft dan iemand die in diezelfde auto in de gordels vastzit.
Doktoren en tandartsen
Hobby’s kosten geld, maar ook dat hoeft met een Burton geen groot probleem te zijn. De sportauto kost 50 euro per jaar in de verzekering, 83 euro per jaar gaat naar de Belastingdienst. De 480 kilo zware auto verbruikt 1 liter benzine op 20 kilometer. „Een Burton is voor een breed publiek. Onze drempel is niet hoog. We zijn professioneel, maar niet elitair.”
Het valt de directeur op dat er relatief veel doktoren en tandartsen gecharmeerd zijn van zijn merk. „Dat zijn allemaal ex-Eend-rijders.” De jongste klant is 17. „Die heeft nog niet eens een rijbewijs.”