Ozonlaag wordt niet meer dunner
De ozonlaag is gestopt met krimpen. Boven sommige delen van de wereld is de ozonlaag zelfs dikker dan voorheen, maar het duurt nog tientallen jaren voordat de laag zich gaat herstellen.
Dat hebben Amerikaanse wetenschappers geschreven in het vakblad Journal of Geophysical Research dat woensdag verschijnt. Toch is de ozonlaag nog altijd dunner dan hij zou moeten zijn, zo blijkt uit bestudering van satellietbeelden. De laag is nodig om kankerverwekkende ultraviolette straling tegen te houden.
De onderzoekers schrijven de positieve ontwikkeling deels toe aan het Protocol van Montreal uit 1987. Meer dan 180 landen spraken toen af de uitstoot van voor de ozonlaag schadelijke stoffen te beperken.
Vooral zogenaamde cfk’s vormen een gevaar voor de ozonlaag. Ze werden in de jaren zeventig en tachtig op grote schaal gebruikt, onder andere als koelvloeistof voor koelkasten en als drijfgas in spuitbussen.
Recente metingen laten zien dat het ozongat boven Antarctica dit jaar nog zeer groot is, meldt het KNMI. Van een volledig herstel van de ozonlaag is dan ook nog geen sprake.
De ozonlaag wordt sinds 1979 met satellieten in de gaten gehouden. Het onderzoek is gebaseerd op de Amerikaanse TOMS en SBUV satellietinstrumenten. De afgelopen tien jaar dragen ook de Europese instrumenten GOME en SCIAMACHY bij aan het van dag tot dag volgen van de ozonlaag.
In de toekomst zal het Nederlands–Finse instrument OMI de TOMS–metingen voortzetten. De satellietmetingen laten een continue afname zien van de dikte van de ozonlaag tussen ongeveer 1980 en 1995. Sinds 1995 is er volgens de Amerikaanse analyse dus sprake van een licht herstel.