Luisterende oren in het hart van Gouda
Met een speciale kerkdienst in de Sint-Jan viert de vrijwilligersorganisatie Stichting Christelijke Hulpverlening (SCH) uit Gouda zaterdag haar 25-jarig jubileum. „Wat overheerst, is de dankbaarheid dat we dit werk al zo lang mogen doen.”
De telefoon gaat in het Swanenburghshofje 7 aan de Groeneweg in Gouda. „Goedemiddag, u spreekt met de Stichting Christelijke Hulpverlening”, opent coördinator Ada Hartog het gesprek.
Al 25 jaar is het hofje het zenuwcentrum voor vrijwillige hulpverlening van de gereformeerde, de christelijke gereformeerde en de hervormde kerken van Gouda. Hartog maakte 18 van de 25 jaar mee.
Nog meer dienstjaren, 24, heeft de tweede coördinator, Amanda Boer; samen met Hartog de enige betaalde kracht van de stichting. Zij herinnert zich nog hoe de SCH in 1980 met de hulp voor Goudse aan dranks en drugs verslaafde jongeren begon. „We waren open van tien uur ’s avonds tot twee uur ’s nachts, maar kregen vooral aanloop van dronken mannen. Die dronken hier een kop koffie en waggelden dan weer weg. Een goed gesprek zat er niet in en de dag erop waren ze ons weer vergeten. Na een paar maanden realiseerden we ons: Dit werkt dus niet.”
Op dit moment bieden 35 vrijwilligers hulp aan een kleine dertig hulpvragers, die kampen met uiteenlopende problemen. Een deel van hen verblijft in een van de tien door de stichting beheerde hofwoninkjes, die zich na een grondige restauratie in 1984 prima lenen voor tijdelijk onderdak. „De een is na een conflict met zijn of haar ouders de deur gewezen”, zegt Hartog over de bewoners, „de ander na een knallende ruzie met haar partner van het ene op het andere moment op straat gezet.”
Hartog verzekert als coördinator dat de vrijwillige hulpverleners zich niet vertillen aan de problemen waar hun cliënten mee kampen. „De mensen aan wie we onderdak bieden, moeten zelfstandig kunnen wonen. Het bieden van intensieve dagbegeleiding overstijgt onze capaciteit. Cliënten met een incestverleden wordt aangeraden professionele hulp te zoeken. Hetzelfde geldt voor mensen met een psychiatrisch probleem.
Wij proberen mensen een luisterend oor te bieden en in gesprekken een oplossing voor hun problemen te zoeken”, vat Boer de hulpverlening van de stichting samen. Hartog: „Maar het mag geen theekransje worden, de hulpvraag staat altijd centraal.”
Twee hulpverleners die zich ooit als vrijwilliger meldden, moesten na enige tijd weer uit hun dienstverband worden ontheven. Boer: „Ze hielden onvoldoende afstand ten opzichte van de cliënt.” Hartog: „Het is zaak je grenzen te bewaken. Als we horen dat een van de vrijwilligers zijn of haar cliënt privé heeft uitgenodigd, volgt er een gesprek.”
Voorzover Boer en Hartog weten, heeft geen van de kerken in de omliggende gemeenten een vergelijkbare hulpverleningsorganisatie. „Het is wel geprobeerd”, weet Boer, „maar ons hofje is uniek.” Of dat voor een voldaan gevoel zorgt tijdens het 25-jarig jubileum? Best wel, zegt Hartog, „maar wat overheerst, is de dankbaarheid dat we dit werk al zo lang mogen doen.”