„Bedelaars met koeiencontainers op pad”
Het Rotterdamse bedelverbod is deels succesvol. Dat blijkt uit de conclusies die diverse betrokkenen trekken. Volgens Bert Kandel van de gemeente Rotterdam is het verbod „erg succesvol.” Bert Cremers, fractievoorzitter van de PvdA, denkt er anders over. „Ik denk dat het probleem naar de wijken is verschoven.”
Veel grote steden, zoals Amsterdam en Rotterdam, hebben last van bedelaars. Probleem is dat rechters er sinds 2000 wettelijk niets meer tegen kunnen doen. Om het probleem toch aan te pakken, verbieden veel steden het sindsdien in hun algemene plaatselijke verordening (APV).Volgens stadsmarinier Bert Kandel, een gemeenteambtenaar die verantwoordelijk is voor de veiligheid in de Rotterdamse binnenstad, is het verbod succesvol. „Van de honderd bedelaars die vorig jaar februari in het centrum rondliepen, geeft driekwart geen overlast meer.”
Drie jaar geleden was dat nog anders. Toen bleek uit onderzoek onder 1100 winkelende mensen dat het grootste deel van hen last had van bedelaars, zwervers en junks. Kandel: „Op basis hiervan namen we het bedelverbod op in de APV.”
Na de invoering van het bedelverbod voerde Rotterdam een publiciteitscampagne om de mensen er bewust van te maken dat het geen zin heeft geld aan bedelaars te geven. Volgens de stadsmarinier is het geven van een aalmoes niet strafbaar, maar wordt het probleem daarmee niet opgelost. „Het is veel beter om geld aan het Leger des Heils te geven. De bedelaars gebruiken hun geld vaak voor drugs en drank.”
Om de bedelaars aan te pakken bracht de politie in samenwerking met de stadswacht en particuliere beveiligingsmensen hen in kaart. „Hierdoor weten we met wie we te maken hebben en welke zorg zij nodig hebben.” Deze methode is volgens Kandel effectief. „De bedelaars worden constant gewaarschuwd als ze overlast veroorzaken. Zo nodig worden ze bekeurd en krijgen ze een gebiedsontzegging. Personen die hier niet erg vatbaar voor zijn, proberen we op te vangen”, aldus Kandel.
In het weekend rijden sommige vroegere bedelaars in Rotterdam rond met zogenoemde koeiencontainers. „Dit zijn bakfietsen waarmee straatvuil wordt ingezameld. Ze zien er uit als een koe, zelfs de horens ontbreken niet. Als je het deksel opent, gaat-ie loeien. Kinderen vinden het prachtig.” Daarnaast zijn er volgens de veiligheidsambtenaar psychiatrische patiënten die nu behandeld worden. „Ook hadden we klanten die zo lastig waren dat ze terug moesten naar eigen land.”
Volgens Kandel zijn er nog zo’n 25 bedelaars in het centrum van Rotterdam. „We weten dit doordat we wekelijks politieagenten in burger een rondje in de stad laten lopen. Twee jaar geleden werden er in een uur tijd gemiddeld vier tot vijf bedelaars gesignaleerd. Nu moeten we twee uur rondlopen om er één tegen te komen. Vaak zijn dat nieuwe bedelaars.”
G. Stoffers, directeur maatschappelijk centrum van het Leger des Heils, vindt niet dat het bedelverbod de problematiek heeft opgelost. „Het heeft wel effect, want op straat zie je dat het aantal zwervers is verminderd, maar zolang er steeds nieuwe groepen bedelaars komen, is het probleem op lange termijn niet opgelost. In een vroeg stadium moet het probleem worden aangepakt door voorlichting in wijken, scholen en gezinnen.”
Bert Cremers, fractievoorzitter van de PvdA in de Rotterdamse gemeenteraad, denkt dat er maar een gedeeltelijk effect is. „In het algemeen is er wel een afname van bedelaars. De sfeer in het centrum is ook wel verbeterd, want mensen worden minder aangeklampt. Maar ik denk ook dat het probleem is verplaatst naar andere wijken.”
Kandel vindt echter dat probleemverschuiving naar de wijken wel meevalt.
De ondernemers blijken tevreden te zijn over het verbod op bedelen. Zo vindt Peter Muller, voorzitter van winkeliersvereniging Beursplein, in het hartje van de stad, dat de bedelarij goed wordt aangepakt. „Het beleid wordt zeer menselijk uitgevoerd door de politie. Bedelaars zijn geen misdadigers.” Muller en veel winkeliers zijn „ongelofelijk blij” met de Rotterdamse aanpak.
De aanpak van bedelarij kost de winkeliersvereniging veel geld. „Meer dan eenderde van ons totale budget gaat naar de bedelbestrijding. Dit geld gaat op aan beveiligingspersoneel.” Niet alle winkeliers zijn tevreden met de aanpak. „Er zijn ook detaillisten die er weinig begrip voor hebben. Het duurt ze te lang voordat een bedelaar wordt verwijderd”, aldus Muller.