Cultuur & boeken

Wielrenner met bevindelijke inslag

Titel:

Dr. ir. J. van der Graaf
24 August 2005 07:51Gewijzigd op 14 November 2020 02:52

”Hervormd op wielen. Wielerkampioen Cees Erkelens”
Auteur: Jan de Bas
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2005
ISBN 90 5911 132 X
Pagina’s: 312
Prijs: € 22,95. Het zal je identiteit maar wezen: hervormd op wielen. Drie keer in je leven op wielen naar de kerk: met de kinderwagen voor de doop, met de trouwwagen en de lijkwagen. Cees Erkelens (1889-1959), ooit hervormd in Hazerswoude, bracht meer tijd op de wielen door. De slagersjongen werd wielrenner van beroep, behaalde heel wat grote successen in Nederland maar ook op wielerbanen in Londen en Brussel. Hij werd onder andere kampioen op de weg in 1912. Maar wat heeft hij te maken met ds. G. H. Kersten?

In ”Hervormd op wielen” van Jan de Bas gaat het vooral om Erkelens wielerloopbaan, die minutieus wordt beschreven. Is dat reden om er een bespreking aan te wijden? In het boek komt een foto voor van ds. G. H. Kersten. Dat vraagt nadere toelichting.

De schrijver van deze biografie, wiens broer met een dochter van Erkelens was gehuwd, typeert het gezin waaruit Erkelens kwam als liberaal hervormd, waaraan hij zelfs ”vrijzinnig” toevoegt. In zijn jonge jaren kerkte Cees Erkelens bij ds. J. J. van Ingen, die zich bij de (in 1906 opgerichte) Gereformeerde Bond aansloot. De gang naar een dienst, waarin een bonder voorging, moet, zegt de biograaf, de vader van Cees niet licht zijn gevallen. De gemeente echter was een typische volkskerkgemeente, waarin „zowel lichte, zware, orthodoxe, ethische, bevindelijke en liberale hervormden in hetzelfde gebouw kerkten en samen een gemeente vormden.”

Maar wielrennen en dan ook nog op zondag was in protestantse kring in het algemeen (nog) ”not done”. Wielrennen was vooral een roomse sport. In het ouderlijk huis van de jeugdige wielrenner werd daar overigens vrij liberaal mee omgegaan.

Anders lag dat in het gezin van zijn vrouw. Klaas van den Bosch, met wiens dochter Cees huwde, was een principieel man, lid van de Gereformeerde Bond, gemeenteraadslid voor de Antirevolutionaire Partij en actief in het verenigingsleven in Hazerswoude. Na het overlijden van zijn vrouw trok hij in bij het gezin van Cees Erkelens, „wellicht” ook om sociale controle te houden op zijn dochter en haar bij de kerk te houden. Met zijn schoonvader stond de jonge coureur intussen om meer dan één reden niet op goede voet.

Godsdienstig
Dat de wielrenner in 1924 zijn carrière stopte, terwijl hij al in 1921 had besloten geen zondagse koersen meer te rijden, moet mede worden toegeschreven aan „godsdienstige motieven.” De geboorte van zijn dochter zette een stempel, de invloed van zijn schoonvader in het gezin deed zich gelden. Hij werd in de voetsporen van zijn vader varkenshandelaar en kwam in aanraking met boeren uit de omgeving, die een bevindelijke inslag hadden. Zo ging hij zich „steeds loyaler” tegenover de kerk opstellen.

In 1938 deed hij op 48-jarige leeftijd belijdenis. Hij werd ook penningmeester van de hervormde schoolvereniging, waar hij ook bij bevindelijken een vertrouwenspositie kreeg vanwege zijn „blijk van sympathie voor het bevindelijke geloofsleven.” Hij raakte doordrongen, zegt zijn schoonzoon, van het feit dat hij nog „met God verzoend (moest) worden.” Door de week bezocht hij diensten buiten Hazerswoude, zowel tijdredes van (onder anderen) ds. G. H. Kersten in Benthuizen en van prof. G. Wisse, als bij „de Evangelisatie” van de Vergadering van Gelovigen in Alphen.

Zo valt ook de politieke voorkeur -hij stemde SGP- van Cees Erkelens te verklaren. Of daarbij louter principiële redenen de doorslag gaven, betwijfelt de auteur. Hij bleef namelijk grote belangstelling houden voor de (wieler)sport en bleef contact houden met ’de jongens’. Zijn stemgedrag had mede te maken met het feit dat zijn schoonvader antirevolutionair was; hij bracht dus een soort tegenstem uit. Zijn vrouw stemde, zoals het een gemiddelde hervormde betaamde, CHU.

Eerlijk beschrijft de auteur intussen ook dat Cees Erkelens pro-Duitse sympathieën had in de nazi-tijd. Hij deelde de opvatting van Kersten en Wisse dat de bezetting moest worden gezien als een oordeel Gods. Na de oorlog werd hij negen maanden in hechtenis gehouden.

Nochtans eindigt het boek dubbel. Behalve voor de wereld van geloof, kerk en God bleef er voldoende ruimte voor de wereld van de jongens, zeker nadat zijn schoonvader was overleden. In zijn laatste levensjaren ging hij trouwer dan daarvoor naar de kerk, „maar bezocht hij eveneens frequenter sportwedstrijden.” „Zeg de jongens gedag”, zei hij op zijn sterfbed. Of hij ergens spijt van had gehad, vroeg zijn vrouw. „Marij, het is goed geweest”, was zijn antwoord. Hij werd begraven door de confessioneel-hervormde ds. Chr. van der Leeden.

Intrigerend
Men zal niet vaak een boek treffen waarin de wereld van de sport en de bevindelijke stroming beide uitvoerig aandacht krijgen. De auteur toont zich op beide terreinen ingelezen en ter zake kundig. Men vindt derhalve in het uitgebreide notenmateriaal zowel verwijzingen naar sportjournalisten als naar bijvoorbeeld ds. G. H. Kersten en dr. W. Fieret.

Er zouden meer zulke boeken te schrijven zijn. Ik denk aan wijlen Rinus Terlouw, ooit stopperspil in het Nederlands elftal, later diaken in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Sommigen braken radicaal met hun verleden, anderen half.

Actueler is dunkt me in onze tijd het aantal topsporters uit bevindelijke kring, die met Demas de tegenwoordige (sport)wereld liefkregen. De (sport)wereld boeit in de tweeërlei zin van het woord: hij bekoort en slaat in boeien. Sport beheerst immers het moderne leven veel meer en intensiever dan in de dagen van Cees Erkelens.

Als zodanig is het alleen al goed om kennis te nemen van de ontwikkelingen die De Bas schetst. Een kritische noot mag zijn dat de auteur veel veronderstelt, als hij geen harde feiten voorhanden heeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer