Textielimporteurs woedend op EU
Als de gevolgen van invoerbeperkingen voor kleding uit China niet worden verzacht, overwegen Nederlandse verladers, importeurs en handelaren juridische stappen tegen de Europese Commissie te nemen.
Dat zeiden de brancheorganisaties EVO en Modint en de VIVO, Vereniging van Importeurs uit het Verre Oosten, vrijdag, nadat ze eerder op de dag hadden overlegd met staatssecretaris K. van Gennip van Economische Zaken. „We willen eerst Van Gennip de ruimte geven om de problemen op te lossen, maar we moeten wel binnen twee tot drie weken duidelijkheid hebben”, zei algemeen directeur H. Bekke van Modint. Over enkele weken willen volgens hem de warenhuizen en winkels de wintercollectie in huis hebben.
Ook Van Gennip liet zich vrijdag afkeurend uit over de abrupte invoerbeperking van Chinese kleding, die de Europese Unie onlangs heeft ingesteld. „Het kan niet zo zijn dat een baan van een Portugees in de textielindustrie meer waard is dan het werk van een Nederlander in de handel.”
Ze heeft Europees Commissaris Mandelson (Handel) een brief geschreven waarin ze vraagt om nog volgende week om tafel te gaan zitten. Volgens haar hebben steeds meer landen problemen met de invoerbeperkingen voor goedkope kleding uit China, die op verzoek van textielproducerende landen als Portugal en Frankrijk zijn ingesteld. „Na Denemarken, Zweden, Duitsland en Nederland hoor ik nu ook protest uit Ierland en Finland.”
De bewindsvrouw zegt momenteel bezig te zijn om zo veel mogelijk landen binnen de Europese Unie aan Nederlandse zijde te krijgen. Een gezamenlijke bespreking met collega’s uit lidstaten zou volgens haar misschien beter zijn.
Haast is geboden, concludeerde Van Gennip. Veel Nederlandse importeurs hebben in China kleding besteld voor de wintercollectie. Deze truien en broeken moeten eind augustus bij de winkels worden afgeleverd.
Sinds 1 januari laat de Europese Unie meer Chinese textiel toe. De toevloed was direct zo groot dat Brussel bezorgd werd en alsnog limieten instelde. Maar volgens de staatssecretaris zijn de invoerbeperkingen te abrupt genomen. Zij hekelt het feit dat er geen overgangsregime is ingesteld. Van Gennip wijst erop dat het traject van bestellen door Nederlandse importeurs, produceren in China en verschepen, vaak wel een halfjaar duurt.
„Ondernemers hebben een halfjaar geleden een lening genomen bij een bank om kleding hierheen te halen. Nu mogen ze de goederen niet invoeren en kunnen ze niet op tijd leveren aan winkels, waardoor zij weer de bank niet kunnen betalen”, aldus Van Gennip.
Aan Mandelson heeft ze geschreven dat ze vreest voor banen bij en faillissementen onder Nederlandse importeurs.
Volgens Van Gennip konden de importeurs pas sinds 29 april weet hebben van eventuele handelsbeperkingen, omdat de Europese Commissie toen begon met een onderzoek naar de invoer. Zij pleit ervoor dat in ieder geval ondernemers die kunnen aantonen dat zij voor eind april kleding hebben besteld in China, hun goederen zonder problemen kunnen invoeren.
Een woordvoerder van Mandelson had vrijdagmiddag nog geen weet van een ontmoeting of een ingelaste ministersvergadering over textiel. „We inventariseren momenteel de situatie in de EU-landen. Het beeld moet begin volgende week duidelijk zijn”, aldus de woordvoerder.
Hij voegde eraan toe dat de EU-landen zelf eerder op ambtelijk niveau hebben ingestemd met de invoerbeperkingen voor Chinees textiel.