Vergeet relativistisch geneuzel
De boodschap van Fortuyn was een mengeling van gezond verstand en een gezonde dosis xenofobie, nuttiger als breekijzer dan oplossing, meent drs. Kees Heesters. Hij ziet dat mensen hongeren naar een geluid voorbij het relativistische geneuzel: Nederland heeft een debat nodig over burgerschap, en over de vraag hoe een samenleving te scheppen die recht doet aan de waardigheid van de menselijke persoon. Volgens Heesters ligt daar een belangrijke rol voor de christelijke politiek.
Een vaak gehoorde verklaring voor het succes van het verschijnsel Fortuyn is dat hij met betrekking tot immigratie en integratie de dingen zei die de mensen dachten. Het is niet ongebruikelijk dat de politieke klasse een dogmatiek ontwikkelt die geen verband houdt met de werkelijkheid. Een van de ondermijnende aspecten van de tirannie van politieke correctheid is dat het inhoudsloze wollige ”feel good”-ideeën, zoals solidariteit en het vieren van diversiteit, tot morele richtlijnen verheft. Aan veel multiculturele praat ligt een plat relativisme en radicaal nihilisme ten grondslag, en wanneer culturen in conflict raken, vormen deze een machteloze intellectuele beslechter van geschillen.
Relativisme is een filosofische benadering die ervan uitgaat dat de maatstaven voor goed en kwaad, waar en niet-waar, relatief zijn aan een cultuur, dat wil zeggen: bepaald worden door een cultuur. Als je opgroeit als een boer in een ruraal gebied in het Atlasgebergte, meen je dat de enige door Allah voorgeschreven plaats voor een vrouw onder de sluier achter het aanrecht is. Als je als een verlichte vrouw opgroeit in Amsterdam, meen je dat deze boer achterlijk is, en dat vrouwen dezelfde rechten als mannen hebben (als feminist meen je dat ze zelfs meer rechten hebben).
Het gevolg van dit filosofisch uitgangspunt is dat -omdat de waarheid van een claim bepaald wordt door de overeenstemming met culturele normen- men niet kan beargumenteren dat de ene positie beter is dan de ander. „Wie ben jij om jouw mening aan een ander op te leggen?” Als culturen in conflict komen, bijvoorbeeld voor een vrouw die hier is opgevoed, maar wordt uitgehuwelijkt aan de voornoemde boer, dan biedt de reden, cultureel bepaald als ze is, geen uitweg: de oplossing wordt een kwestie van macht.
Eigen wereld
Als men ervan uitgaat dat kennis relatief is, dan heeft dit consequenties voor de manier waarop men begrijpt wat het betekent mens te zijn. Traditioneel werd de mens als een sociaal wezen begrepen, die instinctmatig tot samenleven geneigd was zodat hij/zij zich als mens kon verwezenlijken. Nu wordt de mens gezien als een atomistisch individu, en iedereen schept zijn of haar eigen wereld en universum. Het grote grondwettelijk probleem is op te lossen hoe deze atomen samen kunnen leven, zonder al te veel frictie te veroorzaken wanneer zij botsen.
In de Verenigde Staten heeft het Supreme Court in de notoire ”mystery clause” van de Casey-beslissing betreffende abortus (1992) de filosofische conclusie uit deze benadering getrokken. De oplossing van het raadsel mens is gevonden door de moderne liberale democratieën en grondwettelijk verankerd: „De kern van vrijheid is het recht om je eigen concept te ontwerpen van het bestaan (”existence”), zin en betekenis van het universum, en het mysterie van het menselijk leven.” Kortom, de mens ontwerpt zijn eigen wereld en projecteert die op het zijn. De Copernicaanse wending in de filosofie heeft het raadsel van het menszijn opgelost, en rechters hebben het tot wet verheven. Nietzsche zou trots zijn.
Nu is een samenleving in de praktijk -gelukkig- een minder rationeel construct dan de organische systemen die gevormd worden door hun geschiedenis en tradities. Echter, als mensen klagen over verruwing, doorgeschoten individualisering, materialisme etc. etc., dan worden deze klachten versterkt door culturele ontwikkelingen die de traditie ondermijnen, en die van waarheid een zaak van projectie maken. Met ”God is dood”, en de mens als een zaak van subjectieve gedachteconstructies is nog steeds niet het paradijs op aarde bereikt. En waarom zou het ook? Waarom niet proberen zoveel mogelijk bevrediging -wat in de praktijk vaak geld, macht en seks blijkt te zijn- voor mijzelf uit dit leven te peuren? Hoewel de bekende postmoderne filosoof Richard Rorty in de tachtiger jaren nog verkondigde dat nihilisme met een vrolijk gezicht mogelijk zou zijn, is na september afgelopen jaar wel gebleken dat het niet voldoende weerstand kan bieden aan absolutisme met een van haat vertrokken gelaat.
Burgerschap
De Amerikaanse politieke commentator Irving Kristol heeft eens gezegd dat het enige authentieke criterium om een politiek en economisch systeem te beoordelen de vraag is welke mensen het produceert. De verdienste van Fortuyn is dat hij de politiek wakker schudde uit haar dogmatische sluimering. Zoals elke populist was zijn boodschap een mengeling van gezond verstand en een gezonde dosis xenofobie, en nuttiger als breekijzer dan oplossing. Het is intussen wel duidelijk wat mensen denken: Nederland is vol, er bestaat het gevaar dat we een onderklasse van Marokkaanse jongeren aan het kweken zijn en er komen te veel mensen die zich niet in de samenleving willen integreren.
De kwaliteit van een samenleving wordt bepaald door de kwaliteit van haar leden. Mensen lijken te hongeren naar een geluid dat voorbij het relativistische geneuzel een substantieel geluid laat horen. Wat Nederland nodig heeft is een debat over burgerschap. Wat zijn de rechten, maar ook: wat zijn de plichten van een lid van een geciviliseerde samenleving? En dus een bezinning op de vraag wat het betekent Nederlander te zijn. Hier ligt een belangrijke rol voor christelijke politiek. Het is hoog tijd voor een substantiële discussie over hoe een samenleving te scheppen die recht doet aan de waardigheid van de menselijke persoon.
Aan de patristiek is het adagium ontleend dat in de glorie van God de menselijke persoon tot volle bloei gekomen is. Wat is daarvoor nodig? Onder andere een debat dat durft conclusies te trekken, en de daad bij het woord te voegen. Laten we, in vredesnaam, durven zeggen dat sommige dingen niet moeten kunnen!
De auteur is politiek filosoof, woont in Baltimore (Maryland) en publiceert regelmatig over de relatie tussen de VS en Europa.