Opinie

Ruimtevaart zonder astronauten

28 July 2005 11:38Gewijzigd op 14 November 2020 02:48

„Wij hebben ervoor gekozen nog dit decennium naar de maan te gaan en te doen wat daarbij hoort, niet omdat het gemakkelijk zal zijn, maar omdat het moeilijk is, omdat er nieuwe kennis te vergaren is en nieuwe rechten te winnen zijn, die moeten worden gewonnen voor de vooruitgang van de hele mensheid.En derhalve vragen wij, terwijl we de zeilen hijsen, Gods zegen voor het hachelijkste en gevaarlijkste en grootste avontuur waarvoor de mens zich ooit heeft ingescheept.”

Met die woorden opende president John F. Kennedy op 12 september 1962 de race naar de ruimte. Amerika ging een felle concurrentiestrijd aan met de Russen. Die hadden al de eerste mens in een baan om de aarde laten zweven: Joeri Gagarin, op 12 april 1961.

Het zou de eer van de Amerikanen te na zijn als de Gagarins ook nog eens de eerste aardse vlag op de maan zouden zetten. Raketontwerper Werner von Braun zei dat toen zo: „Laat de eerste Amerikaan op de maan daar geen verzameling lege wodkaflessen aantreffen.”

Die strijd is, met de landing van Neil Armstrong op 20 juli 1969, in het voordeel van de Amerikanen beslecht. Uiteindelijk besloot de NASA, met de overwinning op zak, zelfs de laatste drie vluchten van het Apollo-programma maar te schrappen.

Inmiddels herleven oude tijden. Het zijn niet de Amerikanen, maar de Russen die de dienst uitmaken in de ruimte. Sinds de ramp met het ruimteveer Columbia, op 1 februari 2003, stonden de andere shuttles tot de lancering van de Discovery, eerder deze week, aan de grond. Daarmee was de lijndienst op het internationaal ruimtestation volledig een zaak van de Russen.

Het ziet ernaar uit dat de vlucht van de Discovery daar niet veel aan verandert. Woensdag besloot de NASA opnieuw de shuttles aan de ketting te leggen, zolang niet duidelijk is wat er nu bij de lancering weer misging met een stuk isolatieschuim.

De bemanning van het internationaal ruimtestation mag zich gelukkig prijzen dat de Russen nog altijd af en aan vliegen, zo veel en zo vaak als de NASA en de Europese ruimtevaartorganisatie ESA dat wensen.

De Russen gebruiken daarvoor een klein, eenvoudig rakettype: nog steeds hetzelfde als waarmee Joeri Gagarin in 1961 vertrok.

Zeker voor de Amerikanen herleven ook in veiligheidsopzicht oude tijden. Iedere lancering van een shuttle blijkt nog steeds het hachelijkste en gevaarlijkste avontuur waarvoor een mens zich vandaag de dag kan inschepen.

Elk weldenkend mens kan daarom heel wat bezwaren tegen bemande ruimtevaart aanvoeren. Het is peperduur en ook nog eens gevaarlijk: op 113 vluchten vergingen twee spaceshuttles; satellieten kunnen prima het meeste werk in de ruimte uitvoeren dat astronauten nu doen. Dat zal noch de kwaliteit van weersverwachtingen noch die van communicatienetwerken negatief beïnvloeden.

Amerikanen weten dit ook allemaal en toch proberen ze tegen elke prijs hun shuttles in de lucht te houden. Voor hen is er dus geen enkele aanleiding om, net als bij het Apollo-programma, de rest van de ruimteveervluchten maar te schrappen.

Nee, ze hebben in hun ogen Moskou duidelijk een lesje te leren: het moet afgelopen zijn met de Russische hegemonie in de bemande ruimtevaart. Daarom wil president Bush graag weer terug naar de maan en vervolgens, met astronauten, naar Mars en het liefst nog verder.

Maar het zou pas echt van visie en beleid getuigen om de periode van bemande ruimtevaart nu -als een tussenfase, een soort grotejongensdroom- voorgoed af te sluiten en definitief over te stappen op de onbemande tak van sport. Dat zou „de vooruitgang van de hele mensheid” in meer dan een opzicht dienen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer