De geheimen van het menselijk brein
Titel:
”Dromen. Brein & betekenis”
Auteur: Harry Stroeken
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2005; 303 blz.
ISBN 908 506 1237
Pagina’s: € 27,50. Bekend is het verhaal van de astronaut die bij terugkeer op de aarde verklaarde dat God niet bestaat omdat hij Hem niet was tegengekomen in de ruimte. Een vergelijkbare redenering hoor je vandaag de dag uit kringen van neurowetenschappers die met beeldvormende technieken alle hoeken en gaten van het brein verkennen, en vervolgens uitroepen dat de ziel niet bestaat omdat ze die in het brein niet zijn tegengekomen.
Het boek ”Dromen. Brein & betekenis” van prof. dr. Harry Stroeken probeert kennis over hersenen enerzijds en het psychische van de mens anderzijds in balans te houden. Het onderwerp leent zich daar goed voor, want wat zou ondanks alle wetmatigheden van hersencellen beter kunnen bewijzen dat de mensen een psyche heeft dan dromen?
Harry Stroeken (1940) is bijzonder hoogleraar godsdienstpsychologie en geestelijke gezondheidszorg aan de Universiteit Leiden en voert tevens een psychoanalytische praktijk aan huis in Utrecht. Hij is ex-priester, en studeerde psychologie en filosofie in Parijs. Zijn boek valt uiteen in vier delen, die met elkaar twaalf hoofdstukken vormen.
Het eerste deel is psychotherapeutisch van aard en geeft weer hoe dromen zich voordoen in psychotherapie. Verder behandelt dit deel het luisteren naar en duiden van dromen, om te voorkomen dat dromen slechts voer voor psychologen zouden blijven; dromen kunnen ook betekenisvol worden voor de dromer zelf. Tevens gaat dit eerste deel in op markante dromen in het psychotherapeutische proces, om attent te maken op dromen in verschillende fasen van de psychotherapeutische behandeling.
Het tweede deel van het boek is gewijd aan zogenaamde Freudiana, ofwel de invloed van Sigmund Freud (1856-1939) op het denken over dromen. De auteur excelleert met een exposé over de theorie van de droom van Freud en Jung (1875-1961). Een beetje jammer is dat de naam Alphonse Maeder (1882-1971) niet valt, terwijl de theorie van de droom van Jung gebaseerd is op de theorie van Maeder. Het is juist de theorie van Maeder die in 1913 leidt tot een breuk tussen Freud en Jung, die dus meer een breuk is tussen Freud en Maeder (met Jung). Waar Freud de droom opvatte als hoeder van de slaap, om te voorkomen dat je wakker wordt door spanningen van voornamelijk seksuele aard, leggen Maeder en Jung de vinger bij het vooruitgrijpende karakter van de slaap. Voor Maeder is dit later aanleiding voor een evangelische benadering van zijn patiënten, die ook pastorale psychiatrie genoemd is.
Bijbelse dromen
Het derde deel gaat in op nieuwe inzichten uit empirisch onderzoek over dromen. Ook is er volop aandacht voor de vraag wat neurofysiologisch onderzoek afdoet aan de theorie van de droom van Freud, en wat daarvan vandaag de dag überhaupt is overgebleven. De schrijver merkt op dat de droomuitleg zich veel minder is gaan richten op het uitpluizen van elk onderdeel van de droom, maar meer op de betekenis ervan voor de werkrelatie tussen psychotherapeut en patiënt. Stroeken beschrijft tevens de invloed van medicijnen en andere middelen op dromen.
Het afsluitende deel heeft een algemene strekking en gaat over dromen in de Bijbel en in de Griekse oudheid. In het bijzonder de dromen uit de Bijbel gelden als bekendste dromen uit de westerse cultuur. Dit deel behandelt ook symbolen en gaat dan over de vraag of er algemene, steeds terugkerende droombeelden met een min of meer vaste, bovenindividuele betekenis bestaan. De auteur bepleit voorzichtigheid op dit punt, om persoonlijke beleving en betekenis niet te gemakkelijk in te wisselen voor symbolen.
Ruime aandacht krijgen ook dromen die vaak in de belangstelling staan. Religieuze dromen komen dan ook aan bod. De auteur vindt dat deze dromen niet bestaan als ze omschreven worden als dromen waarin God verschijnt, omdat die dromen niet of nauwelijks gemeld worden. Toch acht hij het zinvol om van religieuze dromen te spreken door alle dromen desgewenst in een religieus kader te plaatsen. Stroeken richt zich tot slot op dromen in kunst en literaire teksten.
Beeld van God
”Dromen. Brein & betekenis” is mooi vormgegeven en met schijnbaar gemak geschreven voor een breed publiek. Stroeken slaat een voorzichtige, verwonderende en voorlopige toon aan om dromen niet op voorhand dood te slaan met kennis over dromen.
Zelf ben ik er niet gerust op dat je het psychische van de mens kunt redden door het met het thema dromen weg te grissen voor de muil van de neurowetenschappen. Ik denk toch dat je een spa dieper moet, al was het maar omdat in onze cultuur apparatuur, en al helemaal bij Freud, model staat voor het psychische, en wel -althans bij Freud- de stoommachine. Als je de werking van het psychische vereenzelvigt met jouw meest geavanceerde instrument, zoals vandaag de dag meer en meer met de computer gebeurt, stuit je al snel op precies dezelfde -fysische- wetmatigheden waarvan neurowetenschappen met beeldvormende technieken zich bedienen. Betekenis en brein worden dan via de achterdeur alsnog uitwisselbaar, en zou dit niet ten koste gaan van betekenis?
Zelf zie ik meer heil in de geloofsopvatting dat alle dingen er echt zijn uit, door en tot God, en dat de mens beeld van God -en dus niet beeld van zijn machine- is. Zo sta je op voorhand vrijer in een ten diepste toch geestelijke strijd over het vraagstuk of alle aspecten van het menselijke bestaan niet herleidbaar zouden zijn tot het ene aspect van hersenwerking alleen.