Meer Nederlanders hoger opgeleid
Een kwart van de Nederlandse bevolking tussen de 25 en 64 jaar heeft ten minste een opleiding op hbo-niveau voltooid.
In 1996 was dat iets meer dan 20 procent. Het aantal laagopgeleiden nam tussen 1996 en 2003 af van 40 naar 30 procent.
Dat blijkt uit maandag verschenen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de onderzoeksperiode werd het verschil in opleidingsniveau tussen mannen en vrouwen kleiner.
Mannen zijn nog steeds beter opgeleid dan vrouwen. In 2003 hadden drie van de tien mannen ten minste een hbo-diploma. Bij vrouwen was dit ongeveer een kwart. Bij de laagopgeleiden zijn ouderen (55-64 jaar) oververtegenwoordigd. Door het vertrek van laagopgeleide ouderen op de arbeidsmarkt en de komst van hoogopgeleide jongeren neemt het opleidingsniveau van de bevolking toe.
Het opleidingsniveau van autochtonen ligt duidelijk hoger dan dat van allochtonen. Ruim een kwart van de autochtonen had in 2003 minimaal het hbo-niveau behaald, terwijl dit bij niet-westerse allochtonen 18 procent was. Surinamers en Antillianen zijn het hoogst opgeleid. Bijna een op de vijf heeft minimaal hbo-niveau. Bij Turken en Marokkanen had minder dan een op de tien een hbo-diploma of hoger.