Buitenland

Bush haalt Iran uit isolement

Ondanks pogingen van de Verenigde Staten om van Iran een internationale paria te maken, slaagt de islamitische republiek er in de ene diplomatieke overwinning na de andere te behalen. Iran telt meer bondgenoten dan ooit, en dat is grotendeels te danken aan de VS.

Jim Lobe (IPS)
22 July 2005 23:00Gewijzigd op 14 November 2020 02:47

Een maand na de verrassende winst voor de conservatieve presidentskandidaat Mahmud Ahmadinejad bevindt Iran zich in een aanzienlijk sterkere positie om tegenwicht te bieden aan Amerikaanse pogingen het land te isoleren en een verandering van regime af te dwingen.

Het bezoek van de door de VS gesteunde Iraakse president Ibrahim Jaafari aan Teheran, afgelopen weekend, was een van de vele gebeurtenissen die Irans groeiende macht onderstrepen. Het bezoek van de president kwam na een aantal ontmoetingen op hoog niveau tussen beide landen, waarbij onder meer afspraken werden gemaakt over militaire samenwerking.

Jaafari was een welkome gast bij de hoogste religieuze en politieke vertegenwoordigers in Teheran. De president maakte ook een pelgrimstocht naar het graf van ayatollah Khomeini, de stichter van de islamitische republiek en voormalig aartsvijand van de VS. Een pijnlijke actie voor de Amerikaanse neoconservatieven en andere haviken die lange tijd aannamen dat het ”bevrijde Irak” dankbaar zou meewerken aan het wegwerken van de mullahs in Teheran.

De Amerikaanse haviken verwelkomden de verkiezing van Ahmadinejad tot president van Iran, omdat daarmee de mogelijkheid om te onderhandelen met een meer gematigde regering buiten beeld is geraakt. Amerikaanse hardliners willen ondanks alles een regimewissel tot stand brengen, via een door Amerika gesteunde ”democratische revolutie” van het type dat ook in Oekraïne plaatsvond of door militaire aanvallen op nucleaire en politieke doelen. Dergelijke aanvallen zouden volgens hen de aanzet voor een volksopstand kunnen zijn.

Ondanks de overwinning van de conservatief Ahmadinejad is Iran nog steeds rijp voor een revolutie, schreef Jeffrey Gedmin, directeur van het neoconservatieve Aspen Instituut in Berlijn, deze week in de Weekly Standard. Maar zelfs al zou er onder het Iraanse volk grote onvrede bestaan met het regime, dan nog is de internationale politieke situatie momenteel meer in het voordeel van Iran dan van Amerika.

Terwijl de militaire campagnes van de VS in Afghanistan en Irak voor een deel bedoeld waren om Iran te intimideren, lijkt Teheran uiteindelijk als de grote winnaar uit de bus te komen, zeggen deskundigen. „De twee grootste regionale vijanden van Iran, het Baath-regime in Irak en de soennitische extremisten in Afghanistan, zijn allebei verslagen zonder dat Iran een vinger heeft verroerd”, zegt Anatol Lieven, analist van de New America Foundation. „Er zitten nu regeringen in Afghanistan en Irak die sympathie hebben voor Teheran en die de politieke denkbeelden van de Iraanse regering delen.”

De 160.000 Amerikaanse militairen die vlak over de Iraanse grens zitten, bleken ook minder afschrikwekkend dan sommige Amerikaanse haviken hadden verwacht. Uiteindelijk heeft Iran de potentie om de toch al moeizame pogingen van Amerika om stabiliteit te brengen in Afghanistan en Irak, nog verder te ondermijnen.

De afgelopen weken groeide de macht van Iran alleen maar, in sommige gevallen droeg de regering-Bush daar zelfs ongewild aan bij. Bush bereikte deze week een akkoord met India over de verkoop van geavanceerde nucleaire technologie aan New Delhi, ondanks het feit dat India het non-proliferatieverdrag (NPT) boycot.

Het Amerikaanse besluit kan geïnterpreteerd worden als zou Amerika met twee maten meten. Het ligt voor de hand dat Iran de Amerikaanse deal met India zal gebruiken in onderhandelingen met de ”Europese drie”, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland, over het nucleaire programma van Teheran. Iran wil voorkomen dat Amerika de VN-Veiligheidsraad zo ver krijgt dat er sancties worden opgelegd voor schending van het non-proliferatieverdrag.

„Iran zal erop wijzen dat het vreemd is om een land dat het NPT ondertekend heeft te straffen voor minimale schendingen van het verdrag, terwijl India, een kernmacht, de volledige steun krijgt van Amerika bij het ontwikkelen van nucleaire technologie”, zegt Arjun Makhijani, directeur van het Institute for Energy and Environmental Research. „Hoe kun je na zoiets Rusland nog verbieden om nucleaire reactors aan Iran te verkopen?” vraagt Joseph Cirincione van de Carnegie Endowment for International Peace. „Op die redenering zal Iran zich beroepen.”

Volgens Bush is de nucleaire overeenkomst met India een diplomatieke poging om het land te promoten als „een belangrijke wereldmacht van de 21e eeuw.” En meer in het bijzonder als een tegenwicht tegen China, een land dat door de Republikeinen in het Congres steeds vaker als een bedreiging wordt afgeschilderd. Het steunen van India als regionale supermacht om zo China in bedwang te houden, kan Iran ook op een andere manier versterken. Teheran onderhoudt namelijk al lange tijd nauwe banden met New Delhi.

Ondanks het feit dat hij deze week met veel egards werd ontvangen in het Witte Huis, ging de Indiase premier Manmohan Singh niet in op Amerikaanse verzoeken om de steun voor een gaspijpleiding van Iran naar India -een miljardenproject- te heroverwegen. „India laat zich niet voor het karretje van Amerika spannen als het gaat om China en Iran”, zegt Rajan Menon, politicoloog van de Lehigh University. „Amerika riskeert een breuk met India, als het Iran aanvalt”, meent hij.

Dat Iran een grote olie- en gasexporteur is, in een tijd dat de brandstofprijzen ongekend hoog zijn en de vraag naar energie alleen stijgt, werkt ook in het voordeel van het land. Behalve India heeft ook China veel geïnvesteerd in stabiliteit in Iran. China tekende vorig jaar een overeenkomst ter waarde van 100 miljard dollar voor gasleveranties uit Iran over een periode van 25 jaar. „Als de Veiligheidsraad zich zou moeten uitspreken over Iran, dan kan het land rekenen op de steun van China. Iran ziet China als een belangrijke bondgenoot”, zegt Gary Sick, Iran-deskundige van de universiteit van Columbia.

In de Veiligheidsraad kan Iran waarschijnlijk ook rekenen op de steun van Rusland. Dat land steunt het nucleaire programma van Iran.

Niet dat de liefde tussen Rusland en Iran zo groot is, zegt Wayne White, directeur van het Middle East Institute (MEI), maar eerder omdat de afstand tussen Washington en Moskou het afgelopen jaar groter is geworden. Die afstand bleek ook toen Rusland en China vorige maand vier andere Centraal-Aziatische leden van de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) aanmoedigden om een beroep te doen op Washington om de troepen uit Oezbekistan en Kirgizië terug te trekken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer