Rechtbank dwingt B. tot bijwonen uitspraak
De rechtbank in Amsterdam dwingt Mohammed B., de zelfverklaarde moordenaar van Theo van Gogh, op 26 juli de uitspraak in zijn strafzaak bij te wonen. B. wilde niet verschijnen, zegt zijn advocaat P. Plasman. De raadsman heeft niet eerder meegemaakt dat een verdachte wordt gedwongen het vonnis in de rechtszaal aan te horen.
Volgens een woordvoerster van de rechtbank hebben de betrokken rechters een zogeheten bevel tot medebrenging getekend. Mohammed B. wilde op 11 en 12 juli, toen de rechtbank zijn zaak in het extrabeveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam-Osdorp behandelde, evenmin in de rechtszaal verschijnen. Ook toen dwongen de rechters hem zijn opwachting te maken.
Dat bevel viel voor advocaat Plasman nog te bevatten. Naar de beweegredenen van de rechtbank om B. ook voor de uitspraak naar de rechtszaal te dwingen kan Plasman slechts gissen. „Tijdens de behandeling van een zaak kan het verschijnen van een verdachte het belang van het onderzoek dienen. Voor de uitspraak geldt dat niet. Men wil er kennelijk zeker van zijn dat hij het gehele vonnis meekrijgt, dat hij alles aanhoort”, aldus de advocaat.
Officier van justitie F. van Straelen eiste op 12 juli een levenslange gevangenisstraf tegen Mohammed B. Volgens de officier zijn alle hoofdfeiten bewezen: B. heeft Theo van Gogh vermoord, pogingen tot moord gepleegd op een aantal politiemensen en twee omstanders en VVD-politica Hirsi Ali in haar parlementaire werkzaamheden belemmerd. Alle feiten zijn gepleegd met een terroristisch oogmerk.
Zowel tijdens het vooronderzoek als tijdens het eigenlijke proces heeft B. gezwegen. Pas aan het eind van het proces nam hij het woord. Hij zei toen dat hij uit overtuiging heeft gehandeld en dat hij opnieuw zou toeslaan, als hij daartoe de kans zou krijgen. Op uitdrukkelijk verzoek van B. heeft advocaat Plasman geen pleidooi gevoerd. B. wenste zich niet te (laten) verdedigen voor een rechtbank die hij niet erkent.