„Minder doden in Irak dan Brits onderzoek stelt”
Het aantal Irakezen dat is omgekomen sinds het begin van de oorlog tegen Saddam Hussein bedraagt niet ongeveer 25.000, zoals een Britse onderzoeksgroep stelt, maar ongeveer 8000.
Dat heeft de Iraakse regering woensdag gezegd in reactie op het dinsdag verschenen rapport van Iraq Body Count. Volgens de Iraakse regering zijn sinds het begin van de Brits-Amerikaanse invasie in maart 2003 ruim 6600 burgers en zo’n 1500 militairen en politieagenten om het leven gekomen. Deze cijfers zijn gebaseerd op informatie van het ministerie van Volksgezondheid, aldus de regering.
Iraq Body Count kwam tot een dodental dat ongeveer driemaal zo hoog lag op basis van gegevens die werden ontleend aan mediaberichten, voornamelijk Engelstalige berichten van de grote persbureaus die op internet zijn gepubliceerd, alsmede berichten in Iraakse, Britse en Amerikaanse kranten.
De volgens de Iraakse regering veel te hoge schatting van het aantal doden door Iraq Body Count was overigens al veel lager dan die van een onderzoek dat in oktober 2004 werd gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet. Daarin werd gewag gemaakt van 98.000 burgerdoden.
Volgens Iraq Body Count kwamen in de eerste zes weken na de inval, van 20 maart tot 1 mei 2003, 7299 Iraakse burgers om het leven. Tot 30 maart 2004 vielen er vervolgens 6215 doden. Tot 19 maart 2005 steeg het dodental met nog eens 11.315.
De door de VS geleide militaire coalitie in Irak is verantwoordelijk voor 9270 van de 24.865 doden, stelt Iraq Body Count. Daarvan komt 98,5 procent voor rekening van het Amerikaanse leger. De meeste daarvan, 74 procent, vielen in de invasiefase, tot 1 mei 2003. Het verzet zou tot 19 maart 2005 in totaal 2.353 burgers gedood hebben, ongeveer 9,5 procent van het totaal. Een kleine 36 procent komt op rekening van de golf van criminele activiteiten die het land overspoelde na de val van Saddam Hussein. Daaronder vallen roofovervallen, ontvoeringen, interetnische en interreligieuze strijd, stelt Iraq Body Count.