Route door Helgeland biedt veel verrassingen
Het rijden van een route door het Noorse Helgeland is meer dan je verplaatsen van A naar B. Volg bijvoorbeeld de weg tussen de kustplaatsen Brønnøysund en Mosjøen (zo’n 160 kilometer) en je beleeft -zonder entreekaartje- een attractie van formaat. Voorwaarde is dat je er ruim de tijd voor neemt. De omgeving nodigt uit om regelmatig de auto te verlaten en te genieten van een fraai uitzicht, te luisteren naar het stromen van een waterval of vrolijk vogelgezang.
Wie de tijd heeft om onderweg regelmatig van de hoofdroute af te wijken, kan rekenen op een aantal extra verrassingen. Zo ligt anderhalve kilometer buiten Hommelstø -voor deze contreien een behoorlijke plaats, met een eigen school, bibliotheek en sportveld- een van de oudste houten kerken van Noorwegen. Bij de ingang van de opvallend roodgekleurde Nøstvik Kirke (1674) staan voor een periode van twee maanden vier diensten aangekondigd.
De deur van het bedehuis zit op slot, maar een van de omwonenden in dit gehucht heeft de sleutel en loopt gewillig mee om de nieuwsgierige bezoeker binnen te laten. De Bijbel ligt open bij Jeremia 35. Een lijst met namen houdt de omgekomen vissers uit Velfjord in ere. Ingvald Martin Vandalsvik bijvoorbeeld, die in 1975 op 49-jarige leeftijd het leven liet. De houten boot die in de kerk hangt, is het symbool van het soort voertuig waarmee een deel van de kerkgangers op zondag de Nøstvik Kirke bereikt.
Zalm en sla
Op het verdere traject van de Noordkaap-route (E6) naar Mosjøen is Laksforsen rond het middaguur een prima pleisterplaats. Gudmund Forsmo beheert hier een restaurant dat bezoekers -met een prachtig uitzicht op een enorme, brede waterval- voor omgerekend zo’n 15 euro van zalm, gekookte aardappels en verse sla laat smullen. Met het nieuwste Europese betaalmiddel kan de toerist in dit land niet uit de voeten.
Wie goed kijkt, ziet regelmatig een vis uit het water omhoog springen. Ooit kwamen de Engelsen in deze omgeving om bomen te kappen, vertelt Forsmo. Ze bouwden er huizen aan het water. De Britten zijn inmiddels vertrokken en Laksforsen blijkt een geliefde plaats voor hengelaars. Als Forsmo privé gaat vissen, zoekt hij een rustiger plekje op. „De omgeving zit hier vol meren. Voor elke bewoner één”, lacht hij.
Oude zeestraat
Het eindpunt van dit deel van de Noorse kustroute zou de vakantieganger tegelijk bij een hoogtepunt van het traject moeten brengen. Mosjøen -een stad met ruim 13.000 inwoners en de aluminiumindustrie als belangrijkste inkomstenbron- wordt alom als toeristische bezienswaardigheid aangeprezen. Folders tonen de oude zeestraat, de Sjøgata, op z’n fraaist: kleurige huizen, spiegelend in het water.
Vanaf een afstand oogt de Sjøgata, aan de voet van groen begroeide bergen, inderdaad schilderachtig. In werkelijkheid gaat het om tamelijk vervallen huisjes; sommige blijken ternauwernood aan de slopershamer ontkomen. Aan de achterzijde zoeken moderne auto’s hun weg. Marianne Myrnes van de VVV haast zich te melden dat een opknapbeurt van de Sjøgata in het vat zit. Ze heeft er zelf ook een pandje aangekocht dat nu nog ongelukkig in z’n voegen hangt, maar een betere tijd wacht.
In het museum maakt een foto uit 1916 duidelijk dat de aanblik van de Sjøgata in bijna negentig jaar nauwelijks is veranderd. De vaste tentoonstelling- groter dan je van buitenaf zou verwachten- biedt een aardig zicht op het leven in vroeger dagen, waarmee je overigens in talloze Noorse musea kunt kennismaken. In 1968 was er nog sprake van dat alle panden aan de Sjøgata tegen de vlakte zouden gaan, zo blijkt in het museum. Het mag een pluspunt heten dat die gedachte geen werkelijkheid werd. Dan was de zeestraat zéker nooit meer het sfeervolle wandelgebied geworden dat het ooit geweest moet zijn.