Opinie

Recessie

Van alle 25 EU-landen doet Nederland het op economisch gebied het slechtst. In het eerste kwartaal van dit jaar daalde de welvaart met een half procent. Het tweede kwartaal laat waarschijnlijk nog slechtere cijfers zien. Er is dus sprake van een echte recessie.

15 July 2005 11:34Gewijzigd op 14 November 2020 02:45

Ook in 2003 en 2004 was er een daling van de welvaart. Dat alles bij elkaar is nog niet echt dramatisch te noemen, maar Nederland heeft daarmee wel een probleem. Het kabinet-Balkenende kan zijn slechte imago voor een belangrijk deel toeschrijven aan deze economische malaise.

Nu wordt door het IMF voor 2006 een economische groei van bijna 2 procent verwacht. Dat geeft Balkenende en de zijnen moed voor het verkiezingsjaar 2007. Maar de vraag is of het kabinet daarmee de schade van de afgelopen jaren kan goedmaken. Bovendien is al eerder gebleken dat een aangekondigd herstel uitbleef.

Door de daling van de welvaart in de afgelopen jaren is de Nederlandse burger uitgekomen op het welvaartsniveau van het jaar 2000. Dat betekent dat er nu ook weer niet zo veel reden is om te klagen. Want 2000, halverwege het tweede paarse kabinet, was bepaald geen tijd van diepe armoede.

Nederland is en blijft een welvarend land. Dat is zo vergeleken met de Oost-Europese landen en zeker vergeleken met Afrika of Latijns-Amerika. En dat geldt ook bij vergelijkingen in de tijd. Vrijwel iedereen heeft meer te besteden dan zijn ouders of grootouders in dezelfde leeftijdsfase. Dat mensen desondanks vinden dat ze erg krap zitten en niet meer rond kunnen komen, heeft vooral te maken met hun bestedingspatroon.

Deskundigen en woordvoerders van belangenorganisaties geven uiteenlopende adviezen om uit de recessie te komen. Daarbij is het een gegeven dat sinds de invoering van de euro de ruimte voor de Nederlandse regering om een eigen beleid te voeren, verder is ingeperkt. De Europese Centrale Bank in Frankfurt bepaalt tegenwoordig het rentebeleid en moet daarbij rekening houden met de situatie in het hele eurogebied.

Verder geldt dat economie niet alleen een kwestie is van harde cijfers, maar ook van uiterst subjectieve verwachtingsbeelden. Hoeveel vertrouwen hebben investeerders in de toekomst? Evenzo zijn optimisme en pessimisme van invloed op het koopgedrag van consumenten. Zien zij de toekomst somber in, dan leidt dat er vaak toe dat zij wat geld wegleggen voor de te verwachten slechte tijden.

In dit verband zijn met name de onzekerheden ten aanzien van AOW en pensioen van belang. Die brengen nogal wat Nederlanders ertoe om aanvullende voorzieningen te treffen. Er wordt ook veel gespaard. Dat forse aanbod van spaargelden, gecombineerd met de beperkte leenbehoefte van overheden en bedrijven, leidt er toe dat de rente al een tijd lang uiterst laag is.

Die lage rentestand drukt de dekkingsgraad van de pensioenfondsen naar beneden. Tegelijkertijd heeft de forse stijging van de pensioenpremies, die vooral nodig was om eerdere beleggingsverliezen te compenseren, bijgedragen aan vermindering van de welvaart. Hogere pensioenpremies en hogere belastingen slokten de beperkte ruimte op die door loonsverhoging beschikbaar was gekomen.

Zo langzamerhand is er dan ook reden voor een meer stimulerende rol van de overheid ten aanzien van de bestedingen. Het vrijgeven van de tot dusver geblokkeerde spaarloonbedragen helpt wel iets, maar er is meer nodig.

Een grotere koopkracht bij de consumenten en meer vertrouwen in de economie, waardoor mensen gemakkelijker geld uitgeven, zal ook het bedrijfsleven stimuleren tot meer investeringen. Zodoende krijg je een zichzelf versterkende ontwikkeling in de goede richting.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer