Dat stelt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in een donderdag gepubliceerd rapport.

Bovenal moeten de beleidsmakers zorgen voor economisch herstel. Daar lijkt maar geen tempo in te komen, aldus het IMF. Daarom moet Nederland zijn internationale concurrentiepositie, die in de afgelopen jaren achteruit is gesukkeld, weer versterken. Daarmee kan Nederland ten volle profiteren van de verwachte groei van de exportmarkten.

De economische groei blijft met 0,5 procent dit jaar nog bescheiden, maar volgend jaar komt er vaart in. Dan voorziet het IMF een groei van 1,9 procent. Daarmee zit het IMF precies tussen de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) dat 2,0 procent verwacht en die van De Nederlandsche Bank (DNB). Die verwacht een economische groei van 1,8 procent in 2006.

De beleidsmakers in Den Haag dienen vooral orde op zaken te stellen in de begroting en de staatsschuld, aldus het IMF. Dat is nodig om de kosten van de vergrijzing in de hand te kunnen houden.

Ook kan de regering op die manier buffers opbouwen die nodig zijn om onvoorziene posten te dekken, alsmede de aanhoudende risico’s die voortvloeien uit de kosten voor de gezondheidszorg.

Het IMF heeft waardering voor de inspanningen van de coalitieregering. Vooral voor de loonmatiging die het kabinet-Balkenende vorig jaar afsprak met de vakbonden en werkgevers krijgt de ministersploeg de handen van het IMF op elkaar. Dat vergroot immers de concurrentiepositie, geeft het fonds aan.

Daarbij onderstreept het IMF echter dat Nederland de loonmatiging moet volhouden om de exportsector een dragende pijler onder de economische groei te maken.

In het rapport noemt het IMF tevens stijging van de arbeidsparticipatie om de groei van de economie op te krikken.

De maatregelen die Den Haag heeft getroffen om de uitkeringen voor arbeidsongeschikten en werklozen binnen de beperken te houden, hebben eveneens instemming vanuit Washington ontmoet. Wel voegt het IMF daar meteen aan toe dat de regering in het verkorten van de WW-uitkering best wat verder mag gaan.