„Het landbouwplafond is letterlijk een plafond: het is geen doel het plafond te bereiken", aldus minister Veerman (Landbouw). Het nieuwe systeem zorgt ervoor dat Nederland netto 168,8 miljoen euro minder aan ’Brussel’ hoeft af te dragen. „Hiermee is niet het probleem van de excessieve Nederlandse netto betalingspositie opgelost, maar het levert wel een bijdrage". Nederland wacht voor dat beoogde systeem van zogenoemde cofinanciering een flinke discussie in Europa. Italië stelde in de aanloop naar de laatste EU–Top al iets dergelijks voor. Net als voor Nederland pakt deze nieuwe opzet ook gunstig uit voor Groot–Brittannië en Duitsland. Maar landen als Frankrijk en Spanje zouden honderden miljoenen zelf moeten bijleggen.

In de Europese discussie over de begroting staan de uitgaven aan de landbouw (40 procent van het totaal) steeds meer onder druk. Ook Den Haag wil die uitgaven verlagen. Veerman, die van een verlaging niets wil weten, is met het compromis in het kabinet door het oog van de naald gegaan. „Bijna was ik er als minister niet meer geweest”, schetste de bewindsman eerder deze week de harde onderhandelingen, die binnen het kabinet over de kwestie gevoerd zijn.

Afgesproken is dat Nederland het landbouwbudget, zoals dat afgesproken is voor de jaren 2007–2013, niet zal verlagen. Daarbij geldt wel dat het geld niet ophoeft. Tevens wil het kabinet dat landbouwsteun aan de toekomstige lidstaten Roemenië en Bulgarije ook uit deze afgesproken pot betaald worden. Het plan van de Europees Commissie om voor die extra kosten het landbouwbudget te vergroten met 8 miljard euro per jaar, wijst Nederland dus af.