Opinie

Veiligheid

De Nederlandse burger voelt zich veiliger dan voorheen, zo blijkt uit de politiemonitor die de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie gisteren naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Dat is een positieve ontwikkeling, al betekent het feit dat mensen zich veiliger voelen niet altijd dat het ook werkelijk veiliger geworden is.

7 July 2005 11:06Gewijzigd op 14 November 2020 02:44

Ook het omgekeerde kan zich voordoen. Het kan zijn dat bestaande gevoelens van onveiligheid nergens op berusten, maar dat mensen die elkaar gewoon hebben aangepraat. De subjectieve en de objectieve werkelijkheid vallen lang niet altijd samen. Maar allebei zijn ze maatschappelijk van belang.

Gelukkig blijkt echter dat thans minder mensen het slachtoffer worden van inbraken, diefstallen, vernielingen en geweldsdelicten dan enkele jaren geleden. De hardere opstelling van de overheid ten opzichte van de criminaliteit heeft kennelijk enig resultaat gehad. Meer politie, meer cellen en rechters die zwaardere straffen uitdelen, het lijkt er op dat het toch wat helpt.

In het laatste kwart van de vorige eeuw werden we geconfronteerd met een forse stijging van de misdaad, zowel van de kleine als van de grote criminaliteit. Een tijd lang werd daar door veel politici en beleidsmakers vrij laconiek op gereageerd. Dat hoorde nu eenmaal bij de moderne maatschappij. Met dat hogere criminaliteitsniveau moesten we leren leven. Volgens sommigen dienden we er ook nog enig begrip voor te hebben dat mensen uit kansarme milieus op die manier hun maatschappelijke positie wilden verbeteren.

Degenen die het slachtoffer werden van crimineel gedrag en mensen in hun omgeving dachten daar meestal anders over. Ook hier was er sprake van een forse kloof tussen de overheid en de burger.

Inmiddels is de situatie veranderd. Zeker bij dit kabinet staat de criminaliteitsbestrijding hoog genoteerd. Minister Donner weet dat ontsnapte TBS’ers een regelrecht gevaar betekenen voor zijn politieke toekomst.

Daarbij moet de burger ook niet alles van de overheid verwachten. Bedrijven en particulieren kunnen zelf veel doen aan inbraakpreventie. Wie zijn fiets goed op slot zet, vergroot daarmee de kans dat hij hem na een paar uur of na een werkdag nog terugvindt. En het is niet verstandig om in een geparkeerde auto uitbundig je bezittingen te etaleren.

Als het gaat om persoonlijke veiligheid is en blijft het zo dat je ’s avonds laat en zeker in de kleine uurtjes in bepaalde stadswijken extra gevaar loopt. Bij sommige berichten over beroving, mishandeling of verkrachting moet gezegd dat het slachtoffer toch wel een aanzienlijk risico genomen heeft.

Dat neemt niet weg dat ook de veiligheid in de publieke ruimte een hoge prioriteit moet hebben. Het moet niet zo zijn dat mensen ’s avonds niet meer met de trein durven reizen, omdat de veiligheid op bepaalde stations of in de trein duidelijk te wensen overlaat.

Maar veiligheid is altijd een relatief begrip. Niets is onzekerder dan het leven zelf. Je loopt altijd risico’s. Daarbij behoort ook het risico om slachtoffer te worden van crimineel gedrag. Voor de overheid moet de veiligheid van de burger echter een hoge prioriteit hebben. Dat is, om het modern te zeggen, haar ”core business”.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer