Philips zet eerste stap in medische groei
Philips heeft een eerste stap gezet in zijn strategie om zich meer te concentreren op de medische wereld.
Het elektronicaconcern kocht woensdag voor 280 miljoen dollar (235 miljoen euro) het 150 mensen tellende Amerikaanse it-bedrijf Stentor met een jaaromzet van 50 miljoen dollar. Daarmee wordt ingespeeld op de groeiende behoefte aan digitale patiëntendossiers.
Stentor archiveert en verspreidt digitale röntgenfoto’s voor ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen. Het bedrijf heeft een marktaandeel van 11 procent en ruim honderd klanten in de Verenigde Staten.
Philips heeft de afgelopen maanden herhaaldelijk gezegd zijn medische activiteiten te willen uitbreiden. Het elektronicaconcern legde volgens bestuurder J. Karvinen het forse bedrag van meer dan vijf keer de omzet op tafel omdat Stentor zeer veelbelovend is. „De omzet stijgt elk jaar 50 procent. Voor dit jaar verwachten we dat de verkopen uitkomen op 50 miljoen dollar. Ook maakt de onderneming winst.”
Stentor laat zich betalen voor elke keer dat een radioloog een foto wil zien. Ziekenhuizen hoeven daarbij niet meer te betalen voor de apparaten die dit mogelijk maken. Philips zegt te kunnen profiteren van het klantenbestand van zijn nieuwe aanwinst in de Verenigde Staten. Stentor kan door de overname makkelijker andere markten op.
Een van de grootste concurrenten in de VS is Afga Gevaert. Philips acht een overname van de medische activiteiten van de marktleider op dit gebied nu minder waarschijnlijk. Met de overname van Stentor groeit het wereldwijde marktaandeel van Philips naar 18 procent tegen 26 procent voor Afga Gevaert. In totaal gaat er jaarlijks 1,8 miljard euro om in de markt voor zogeheten picture archiving and communication systems (PACS).
De aandeelhouders van Stentor hebben inmiddels ingestemd met de verkoop. Het gaat om twee investeringsbedrijven die de meerderheid van de stukken in handen hadden. Het bedrijf bestaat sinds 1998 en oprichter O. Muduroglu blijft verbonden aan Philips.