Cultuur & boeken

De christen en de wet

Titel:

Ds. W. Chr. Hovius
22 May 2002 07:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:35

”Hoe lief heb ik Uw wet. De Eeuwige Torah tussen Oude en Nieuwe Testament”
Auteur: Willem J. Ouweneel
Uitgeverij: Medema, Vaassen, 2001
ISBN 90 6353 369 1
Pagina’s: 302
Prijs: € 19,94. Waarom eet een niet-Joods christen wel en een Joods christen geen varkensvlees? Is de wet van Mozes voor de christen nu wel geheel of gedeeltelijk afgeschaft of juist helemaal niet? Vorig najaar verscheen over de betekenis en functie van de wet een instructieve studie van de bekende Willem J. Ouweneel. Beide uitersten schieten volgens hem tekort.

Wat hebben christenen met de wet van Mozes te maken? Om dat te begrijpen, moeten we eerst weten wat we onder de wet hebben te verstaan. Deze is openbaring van God en Vaderlijke onderwijzing.

Maar zijn we niet van de wet verlost door het geloof in Christus? En leven christgelovigen niet onder de ”wet van Christus”?

Via de Septuagint is het woord voor wet in het Nieuwe Testament ”nomos”, een levend netwerk van gevestigde tradities, wat ieder past te doen.

In zijn boek verdedigt Ouweneel de opvatting dat Messiasbelijdende Joden de besnijdeniswet, de sabbat en de Joodse feesten trouw nakomen en onderhouden als middel om hun Joodse identiteit vast te houden; niet als een weg tot behoud. Dat is wel heel belangrijk. Voor de niet-Joodse christenen zijn de voorschriften uit Handelingen 15 uiteraard van levensbelang. Maar hen raadt Ouweneel af de wetgeving van Mozes na te komen. In het Nieuwe Testament zijn daarvoor echter noch aanbevelingen noch aanwijzingen te vinden.

Breedvoerig gaat Ouweneel in op het verschil tussen de wet van Mozes en de Messiaanse Torah. Hij onderscheidt drie gestalten van de wet, waarvan een in het duizendjarig rijk. Over dat laatste verschillen we van opvatting.

Uitvoerig gaat de auteur in hoofdstuk 8 in op de relaties tussen Messiasbelijdende Joden -wat kunnen we verheugd zijn dat die er zijn- en niet-Joodse christenen. Eerlijk geeft hij de verschillende standpunten weer. Wezenlijk is het geloof in de Heiland. We moeten oppassen voor wetticisme. Dit onderdeel van de studie is heel instructief.

Dit boek biedt veel. Het telt acht hoofdstukken, met een uitgebreid notenapparaat na elk onderdeel. Aan het slot is een uitvoerige bibliografie opgenomen. De betoogtrant is helder, en het is duidelijk hoezeer de auteur zich de stof heeft eigen gemaakt.

Je leest dit werk niet zomaar in een avond uit. Daarvoor stelt de schrijver te veel aan de orde. Het is een studiewerk geworden, dat van deel tot deel moet worden verwerkt. De prijs is helaas nogal fors.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer