”Raider van Rome” nieuwe Italiaanse ster
Stefano Ricucci, de ”coming man” van de Italiaanse financiële wereld, begon zijn loopbaan als tandarts zonder diploma. Nu is hij een succesvolle makelaar en -met een strategische aandelenportefeuille- de gevreesde man van de gevestigde orde.
Bij het getouwtrek de laatste maanden om de controle over Banca Antonveneta en Banca Nazionale del Lavoro (BNL) valt telkens de naam van Stefano Ricucci. Hij heeft met een belangrijk minderheidsaandeel bij beide banken invloed om de overname van respectievelijk ABN AMRO en BBVA te blokkeren. Maar wie is Stefano Ricucci? Volgens zijn concurrenten een omhooggevallen makelaar. Volgens anderen een moedige nieuwkomer die ’het oude geld’ het vuur na aan de schenen legt.
Stefano Ricucci is 42 jaar geleden geboren in Zagarolo, een plaatsje vlak bij Rome. De jongen volgt een opleiding tot tandtechnicus. Als hij zijn diploma heeft, gaat hij werken bij een odontologische studio. Daarna opent de ambitieuze Ricucci twee praktijken waar hij zelf als tandarts aan de slag gaat, hoewel hij er niet de papieren voor heeft. Jaren later wordt hij daarvoor aangeklaagd. Oplichterij en het oneigenlijk uitoefenen van het beroep van tandarts, luiden de beschuldigingen.
Hij is gedwongen wat anders te doen en gaat zich toeleggen op het beheer van poliklinieken en laboratoria. Later gooit hij het op onroerend goed. Zijn eerste investering is een appartementencomplex in zijn geboortedorp, dat hij kort in portefeuille houdt en met een winst van omgerekend 125.000 euro doorverkoopt. Maar uit bijgelovigheid houdt hij in het complex een appartement aan, dat hij nog steeds heeft. Als een Dagobert Duck die zijn eerste dubbeltje koestert.
Ricucci heeft kennelijk een neus voor de huizenmarkt, want hij slaagt er vaak in panden op te kopen en tegen een goede prijs te verkopen. Zijn financiële handel en wandel is voor buitenstaanders echter in nevelen gehuld. Ricucci’s onderneming bestaat uit een keten van offshorebedrijven, die hun vestiging hebben op een fiscaal vriendelijk eiland of in Luxemburg.
Wel is sinds mei de bedrijfsstructuur veranderd. De zakenman wilde af van de geruchten over de obscure herkomst van zijn geld. Sinds twee maanden zijn de onroerendgoedactiviteiten gebundeld in een holding, die keurig gevestigd is in Italië. De naam daarvan luidt Magiste, de samenstelling van de namen Matteo (zijn vader, een buschauffeur), Gina (zijn moeder) en Stefano. Het onroerend goed, vooral in Rome en Milaan, staat op de balans voor ruim 900 miljoen euro. Er zitten een paar prachtige ’palazzi’ bij.
De hoogste waarde heeft een stadspaleis in het centrum van Milaan (120 miljoen euro). De financiële activiteiten, met name ”trading” (koop en verkoop van aandelen en obligaties), zijn ondergebracht bij Magiste International.
Hier is veel om te doen, zowel in Italië als Nederland. Ricucci heeft namelijk een belangrijke deelneming in Banca Antonveneta en heeft de zijde gekozen van Banca Popolare di Lodi, de tegenstrever van ABN AMRO. Zijn aandeel in BNL zet hij in om de overname van de Spaanse BBVA te doen mislukken. Hij kan daardoor rekenen op de machtige steun van de president van de Centrale Bank, die het niet op heeft met buitenlandse inmenging in het Italiaanse bankwezen.
Het totale geïnvesteerde kapitaal van de Ricucci-bedrijven bedraagt 2,5 miljard euro. In korte tijd heeft Ricucci veel geïnvesteerd. Dat leverde hem al de naam ”de raider van Rome” op. Vierhonderd miljoen daarvan besteedde Ricucci de afgelopen maanden om 13,5 procent van de aandelen van RCS Media te kopen. RCS is een van de grootste mediabedrijven en onder andere uitgever van het chique en Italiës grootste dagblad Corriere della Sera. Nu is hij de grootste aandeelhouder van deze mediagroep. Hij dreigt een vijandige overname te doen, hoewel onwaarschijnlijk is dat dat gaat lukken.
De meerderheid van de aandelen RCS is in het bezit van een kartel (zoals dat in Italië wordt genoemd) van gevestigde Italiaanse bedrijven, zoals Fiat, Pirelli en Generali. Die bedrijven spelen elkaar vaak de bal toe, door een aandeel in elkaars ondernemingen te nemen.
De oude garde wil niets met Ricucci van doen hebben. Die zou een parvenu zijn. Bovendien verafschuwen ze het dat een belangrijke mediaonderneming in handen zou komen van een financier. Om die reden staakten journalisten van de Corriere onlangs. Maar dat argument lijkt wat dwaas, gezien het feit dat Fiat controle heeft over het dagblad La Stampa.
Wat wantrouwen wekt is het feit dat Ricucci weinig eigen liquide middelen heeft. Magiste beschikt over een ”open line”-krediet van zo’n 1,2 miljard euro. De grootste geldschieter is Deutsche Bank. Waarom Ricucci zo veel vertrouwen bij de Duitsers geniet, is onbekend. De Italiaanse pers denkt dat hij de stroman is van een grotere financier, mogelijk Murdoch. Die zou zo via de achterdeur de Italiaanse mediamarkt opkomen.
De opkomst van Ricucci wekt ook bij anderen wrevel op. Niet wegens de mogelijk duistere achtergrond of de dubbele agenda van de man, maar wegens het feit dat de Italiaanse captains of industry meer bezig zijn met kopen, verkopen en ruziën dan met investeren en innoveren.
„We ondergaan momenteel een vreselijke economische crisis. Maar alle industriëlen zijn op de brug van de Titanic bezig ruzie te maken over de ligstoelen”, stelde socioloog Giuliano da Empoli vrijdag in het economisch tijdschrift Il Mondo.
Ricucci’s handelwijze heeft misschien te maken met het feit dat door de speculaties de aandelen RCS fors in waarde zijn gestegen. Als Ricucci er alsnog uitstapt kan hij grote winst nemen. Hetzelfde geldt voor Banca Antonveneta. Het opbieden van ABN AMRO en de Popolare di Lodi heeft de aandelen Antonveneta veranderd in goud. Als Ricucci zijn aandelen verkoopt, kan hij zo’n 500 miljoen euro in zijn zak steken. Dan hoeft niemand meer argwanend te doen over de herkomst van zijn geld.