Cultuur & boeken

Schepping en evolutie verbonden

Titel:

Dr. P. C. Oele
29 June 2005 10:20Gewijzigd op 14 November 2020 02:42Leestijd 6 minuten

”Deze wereld en God. Modern wereldbeeld en christelijk geloof”
Auteur: G. D. J. Dingemans en P. G. Smelik
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2005
ISBN 90 435 1068 8
Pagina’s: 250
Prijs: € 18,50. Door de toenemende secularisatie zijn theologie en natuurwetenschappen steeds verder uit elkaar gegroeid. Vaak wordt gezegd dat de wetenschap zich richt op feiten en bewijzen en dat geloven een persoonlijke zaak is die je streng gescheiden moet houden van wetenschapsbeoefening. In het boek ”Deze wereld en God” zijn twee mensen aan het woord die ervan overtuigd zijn dat nadenken over God en de wereld alleen vruchtbaar kan zijn wanneer theologen en natuurwetenschappers zich door elkaar laten inspireren.

De schrijvers zijn de hoogleraren dr. P. G. Smelik (medisch bioloog) en dr. G. D. J. Dingemans (theoloog). Zij hopen dat dit boek verhelderend mag werken voor degenen die moeite hebben met de kloof tussen natuurwetenschap en geloof.

Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel behandelt Smelik de evolutie van het heelal, het leven, de mens en de religie. Het tweede deel is van de hand van Dingemans en gaat over de verandering van het wereldbeeld, de invloed van God op de wereld en de verantwoordelijkheid van de mens voor de natuur. Het derde deel is een discussie tussen beide wetenschappers.

Op een heldere en duidelijke manier beschrijft Smelik zijn bezwaren tegen de evolutietheorie als algemeen geldende verklaring voor het leven op aarde. „De theorie heeft een zekere geldigheid wat betreft de micro-evolutie: aanpassingen en verbeteringen op grond van een bepaald bouwplan. Maar voor de verklaring van de macro-evolutie, het ontstaan van nieuwe ontwerpen in structuur en vorm, missen we nog elke wetenschappelijke ondergrond.”

Toch is Smelik ervan overtuigd dat evolutie heeft plaatsgevonden en dat de idee van een organische groei en ontwikkeling op geen enkele wijze in conflict komt met welke religieuze overtuiging dan ook. Hij verwerpt het creationisme, dat hij „wetenschappelijk onzinnig en religieus problematisch” noemt. Volgens hem kan dat alleen aangehangen worden door mensen die zich vastklampen aan een letterlijke bijbelinterpretatie, die ontleend is aan een zeer dubieuze theologie. Smelik ziet de geschiedenis van de kosmos en die van het leven als een ontwikkeling die is begonnen met een schepping en verloopt volgens een „allesomvattend masterplan, een ontwerp, een intelligent design.”

Energie
Dingemans begint met een historisch overzicht van de ontwikkeling van het denken en de wetenschap, die geleid heeft tot veranderingen in het wereldbeeld. Van de twee belangrijkste ontwikkelingen noemt hij in de eerste plaats de opkomst van de moderne natuurwetenschap in de zeventiende en de achttiende eeuw. Het organistische wereldbeeld maakt plaats voor het mechanistische, waarin de natuur wordt opgevat als een groot mechaniek dat beschreven kan worden met wiskundige formules en modellen. In de tweede plaats noemt hij de evolutionaire benadering, waarin de natuur wordt gezien als een ingewikkeld organisme, dat zich voortdurend uitbreidt en vragen oproept die beantwoord moeten worden.

Dingemans ziet God niet als de Almachtige Die de wereld regeert en bestuurt, maar als een God Die boven onze werkelijkheid staat en deze omvat „met een alles omvattende energie, die tegelijk onze werkelijkheid doortrekt en in beweging zet.” Deze energie woont in de biofysische wereld als de kracht die wij leven noemen. De energie werkt ook in de wetten van de evolutie en bereiken een hoogtepunt in het verschijnen van homo sapiens. „Pas in de mensenwereld woont God op een menselijke wijze onder ons en spreekt Hij in mensentaal met Zijn medebewoners.”

Verder stelt hij dat de mens is ingeschakeld in het evolutieproces en daarin een verantwoordelijke taak krijgt. Met de komst van de mens „verschijnt ook God Zelf op het wereldtoneel, als een machtige factor in het wereldgebeuren.” God moet dan dienen „als tegenwicht tegen de menselijke mogelijkheid om te zondigen, relaties kapot te maken en zelfs de hele schepping te vernietigen.”

De schepping zoals die beschreven is in Genesis 1 noemt Dingemans een poëtisch verhaal. „Het is het meest moderne scheppingsverhaal uit de oudheid. Intuïtief heeft de schrijver al een gevoel voor de gang van de scheppingevolutie zoals wij die nu opvatten, ook al rekenen wij met veel langere perioden.”

Schepper
In de discussie gaat het voornamelijk over de vragen hoe God in deze wereld werkt en hoe onze levenshouding moet zijn. Beide schrijvers gaan ervan uit dat God de Schepper is en dat Hij het evolutieproces heeft geleid.

Smelik gelooft in een Schepper omdat hij door nadenken tot de overtuiging is gekomen dat aan de wonderbare wereld een plan ten grondslag ligt, dat niet door blind toeval is te verklaren. Hij noemt zich christen omdat het hem erom gaat wat Christus ons te zeggen heeft en wat Hij van ons wil. De kern daarvan ligt volgens hem in de Bergrede, waarin het vooral gaat over ethiek en levenshouding.

Dingemans stelt dat God de wereld „bijstuurt” door de mens. Deze mens heeft een eigen vrijheid en verantwoordelijkheid gekregen en hij kan de stem van God horen zoals die in de verschillende godsdiensten klinkt. Zijn geloof berust hoofdzakelijk op de uitdaging die uitgaat van mensen die door God geïnspireerd worden. Naast de profeten, Jezus en christenen zijn dat ook Boeddha en Mohammed.

Voor degenen die zich interesseren in het thema geloof en natuurwetenschap biedt het boek waardevolle informatie. Daarbij moet wel bedacht worden dat de schrijvers duidelijk afstand hebben genomen van het authentieke christelijke belijden. Daarom hebben zij elkaar gevonden om samen dit boek te schrijven.

Beiden geloven een belangrijk deel van de Bijbel niet meer, omdat dit niet past in hun moderne wereldbeschouwing. De bijbelse boodschap wordt daardoor gereduceerd tot wat zij acceptabel vinden. Het gezag van de Heilige Schrift wordt ondergeschikt gemaakt aan de menselijke wetenschap, die dan gaat bepalen wat wel en wat niet geloofd moet worden. Dit kan geen goede oplossing zijn om de spanning tussen geloof en natuurwetenschap op te lossen.

We houden het liever bij de woorden van Calvijn: „Zij die door de Heilige Geest onderwezen zijn, vinden volkomen rust bij de Schrift. Deze heeft haar geloofwaardigheid in zichzelf.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer