In gemeenten met ten minste 250.000 inwoners ging het vorig jaar gemiddeld om 15 procent fraudegevallen op het totaalaantal huishoudens met een bijstandsuitkering. Hierbij is het mogelijk dat een persoon meerdere gevallen van fraude pleegde.

De fraude in de grote gemeenten blijkt volgens de zogeheten ”Kernkaart werk en bijstand” drie keer hoger te liggen dan in bijvoorbeeld gemeenten met maximaal 20.000 inwoners.

Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken heeft deze week de cijfers rondom de Wet werk en bijstand voor alle burgers via internet toegankelijk gemaakt. De kernkaart is te vinden via ’gemeenteloket’ op de website van zijn ministerie (www.minszw.nl).

De fraude in gemeenten met 20.000 tot 50.000 inwoners was in 2004 ongeveer de helft van wat er in de grote plaatsen was geconstateerd. In plaatsen met 50.000 tot 250.000 was sprake van 9 tot 12 procent aan overtredingen met bijstandsgelden.

De grotere steden weten wel het meeste geld terug te vorderen van fraudeurs, namelijk gemiddeld 17 procent van de gefraudeerde bedragen. Als slechtste komen gemeenten met 20.000 tot 50.000 ingezetenen uit de bus. Deze weten 4 procent terug te vorderen van het gefraudeerde bedrag.