Bush strijdt tegen rebellen en dalende populariteit
Precies een jaar na de Amerikaanse machtsoverdracht in Irak, ziet president Bush zich gedwongen een nieuwe aanval te openen. Niet alleen tegen de rebellen die de eerste ’verjaardag’ van het ’nieuwe Irak’ grondig verpesten, maar vooral tegen de Amerikanen zelf. Die wijzen in meerderheid het Irakbeleid van de president resoluut af.
In weerwil van deze Amerikaanse publieke opinie is Bush overigens geenzins van plan zijn strategie in Irak te wijzigen. In een rede tot militairen in Fort Bragg (North–Carolina) zal de president in de nacht van dinsdag op woensdag benadrukken dat ondanks het aanhoudende geweld van opstandelingen er „een duidelijke weg naar de overwinning" is ingeslagen.
Bush wil vooral onderstrepen dat de aanhoudende berichten over bloedvergieten in Irak niet het gehele verhaal vertellen. Condoleezza Rice, de minister van Buitenlandse Zaken, zei dinsdag dat haar baas onder meer duidelijk wil maken dat er achter de schermen wel degelijk hard wordt gewerkt om van Irak weer een echte democratische en ook veilige natie te maken. „De VS hebben vaker voor moeilijke tijden gestaan, om uiteindelijk aan de andere kant uit te komen in een stabielere wereld", aldus Rice.
Bush zal behoorlijk wat overtuigingskracht nodig hebben om de groeiende onvrede over zijn Irak–beleid te temperen. Het percentage Amerikanen dat zijn beleid afwijst is volgens de jongste peiling van CNN/Gallup met 53 nog nooit zo hoog geweest. De meeste Amerikanen hebben schoon genoeg van de oorlog, die al aan bijna 1750 Amerikaanse militairen het leven heeft gekost en waarvan het einde de komende jaren nog niet in zicht is.
De Iraakse president Talabani kreeg dinsdag officiële felicitaties van Washington en Londen. Het Iraakse staatshoofd repte zelf van een ’historische dag’ voor zijn landgenoten, maar hij tekende direct aan dat de Irakezen nog allerminst in staat zijn zelf voor veiligheid in het land te zorgen. Daarvoor zal volgens Talabani voorlopig nog de hulp van de internationale troepenmacht nodig blijven.
Die kon dinsdag overigens niet voorkomen dat het oudste lid van het Iraakse parlement, de 87–jarige Dhari al–Fayadh, door een zelfmoordaanslag om het leven kwam. Ook zijn zoon en drie lijfwachten kwamen om. De dader bracht zijn auto vol explosieven tot ontploffing naast het konvooi van al–Fayadh. De sjiiet Al–Fayadh was op weg naar een bijeenkomst waar Talabani zou spreken.
Het was de tweede keer dat een lid van het nieuwe parlement wordt vermoord. In april werd het vrouwelijke parlementslid Lamia Khadori doodgeschoten bij haar woning.
Door twee andere zelfmoordaanslagen, in Kirkuk en in al–Musajib, kwamen nog eens zeker zes mensen om het leven. In Bagdad werd bovendien een politieofficier gedood en door een aanslag nabij een soennitische moskee in een buitenwijk van de Iraakse hoofdstad stierven nog eens vier mensen.
De Amerikaanse strijdkrachten begonnen donderdag aan een nieuw offensief in het westen van Irak. De operatie, waaraan zeker duizend militairen meedoen, is gericht tegen opstandelingen in vooral de stad Haditha.