„Mens is verslaafd aan de techniek”
„De mens is verslaafd aan de techniek”, zei ir. A. van Maldegem vrijdagavond tegen de achtergrond van een stoommachine in het Delftse Techniekmuseum. Hij sprak op de jaarvergadering van de RMU.
„De techniek is ontwikkeld om te beheersen, maar bij gebrek aan beheersing ervan ontstaat er een probleem. Betekent dat dat de techniek regeert? De mens heeft het vuur ontdekt, maakt een kampvuur, maar er ontstaat een bosbrand. Dat komt niet omdat het vuur regeert, maar omdat de mens het heeft aangestoken en in gebreke is gebleven het op tijd te blussen. Menselijk gedrag is bepalender dan techniek.”
Is de techniek de baas, of heeft de mens de touwtjes nog in handen, zo luidde het thema. In zijn inleiding schetste adviserend ingenieur Van Maldegem hoe de mens zich afhankelijk heeft gemaakt van techniek. „Het heeft een neurotisch karakter gekregen, het is geen liefhebberij meer maar slavernij.” Toch noemde hij de techniek min of meer neutraal. „Hoe meer toepassingsmogelijkheden er zijn, hoe neutraler het is. Een elastiekje kun je voor heel veel doelen gebruiken, maar als je er een katapult van maakt, niet meer. Elastiekjes worden op school nooit in beslag genomen, maar katapulten wel.”
Prof. dr. J. Molenaar, hoogleraar wiskunde aan de Universiteit Twente, noemde het een misplaatste gedachte dat wetenschap een soort edele dame zou zijn en techniek het dubieuze kind daarvan. „Het is niet zo dat wetenschappers schone handen houden en technici altijd vuile handen maken. Het is een glijdende schaal. Als je ziet dat er bij de schepping creativiteit in de mens is gelegd, dan heeft God wel degelijk bedoeld dat we al die structuren in de schepping mogen ontdekken. Maar er loopt een scheur door die schepping: het wordt door de zondige mens bewerkt.”
De hoogleraar wiskunde pleitte voor meer ethische afweging bij de geldstromen die de overheid naar universiteiten pompt. „De toekenning van subsidies gebeurt nu vooral op economische gronden. Het zou goed zijn als er weer een ministerie voor Wetenschapsbeleid kwam. Wetenschap is nu een ondergeschoven kindje bij Onderwijs.”
Prof. dr. W. H. Velema, emeritus hoogleraar ethiek, hekelde drie posities die mensen innemen ten opzichte van techniek. „De eerste groep mensen redeneert: Wij zijn onderworpen aan de techniek, we zijn er slachtoffer van. De andere houding is die van technicisme, de wetenschappelijk-technische beheersing van het leven. De ethiek is dan onderworpen aan de techniek. De derde stroming is een tweedeling, mensen die op zondag in de catechismusprediking ethische noties horen, maar als de zondag voorbij is een streep trekken en op maandag weer beheerst worden door de techniek.” Kunnen we daar wat tegen doen? vroeg Velema zich af. „Jazeker. We hoeven nooit slaaf van de techniek te zijn, dankzij de vernieuwende kracht van het bloed van de Heere Jezus en door de werking van de Heilige Geest. Dat moet ons hart veranderen, zodat techniek niet het een en al is, en ethiek de techniek beheerst. Gebeurt dat niet, dan zijn we slaaf van een afgod.”
De hoogleraar zette „vier piketpaaltjes” uit voor de ontplooiing van techniek. „Al ons technisch bezigzijn moet gebeuren tot eer van God, tot welzijn van onze naaste en tot nut van onszelf, en in een eerbiedig gebruik van de schepping. De schepping moet niet alleen dienen als middel, maar als een gave om de Schepper te eren.” Velema pleitte naast een handelen vanuit het geloof en de regels van gerechtigheid, waarheid en dienstbaarheid, ook voor afwisseling.
„De Prediker zegt dat een handvol met rust beter is dan beide vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes. Het gaat er niet om dat we lui zijn, maar dat we een goede afwisseling betrachten, zodat we met een goed geweten met techniek bezig mogen zijn, er altijd boven staan.
We hoeven techniek niet te schuwen als het is naar de regels die God in de schepping gegeven heeft.”