De apostel spreekt over het leerstuk van de verkiezing om hen te versterken die niet van het geloof zijn afgeweken. Wij zien dat zij die staan terwijl anderen afvallen, dat staan als een bewijs van hun verkiezing kunnen aannemen. Zij kunnen daarop steunen als op een vaste grondversterking om hen voor wankelen te bewaren, wanneer anderen vallen. Want indien zij staan terwijl anderen vallen, is het een bewijs dat God Zelf hier is begonnen de schapen van de bokken en het kaf van het koren te scheiden.Het is omdat God een welbehagen in u heeft, om u Zijn Zoon Christus gelijkvormig te maken. Neem het dan aan als een bewijs van uw uitverkiezing en steun daarop als op een rotssteen. De wan des Heeren is in Zijn hand door de prediking van Zijn Woord om het goede van het kwade te scheiden. De prediking is als de beweging van een wan om de een te zeggen dat hij kaf is, en de ander dat hij koren is.

Maar er is dit verschil: Hoewel de prediking de een kaf noemt en de ander koren, kan nochtans wat nu kaf is, koren worden door ernstig bidden en het omgaan met God om een verandering te maken. Hiernamaals kan dit echter niet meer.

Hier is een voordeel door het wannen van het Woord. Wat naar de slechtste kant gevallen is, kan naar de beste kant gebracht worden. Na dit leven kan dat niet meer.

Daarom wens ik dat zij die door de prediking kaf zijn bevonden, tot God bidden om hun kaf te vullen met enig goed koren.

David Dickson, predikant in Schotland (Het fundament Gods)