Nawijn en de versplintering
Wie als politicus op wil vallen, moet stevige uitspraken doen. In het huidige maatschappelijke klimaat is vooral harde, rechtse taal een geliefd middel om bij de kiezers in beeld te komen. Er is maar één probleem: al te veel politici kiezen inmiddels deze aanpak. Hoe jezelf dan nog te onderscheiden?Kamerlid Nawijn heeft er iets op gevonden. Door openlijk aan te schurken tegen het Vlaams Belang van Filip Dewinter weet hij zich bij tijd en wijle verzekerd van een scheut media-aandacht. Een unieke methode van aandacht trekken, waarbij hij geen moment bezorgd hoeft te zijn dat collega-politici, of het moet Michiel Smit uit Rotterdam zijn, hem na zullen volgen.
Maar voor het overige is het optreden van Nawijn vooral hoogst onverstandig. Het Vlaams Belang mag in België dan een grote partij zijn, daarmee is nog niet gezegd dat de Nederlander die zich ermee afficheert in zijn eigen land ook verkiezingssucces gaat boeken. Het stoot in elk geval ook een grote groep kiezers af. Zelfs Pim Fortuyn, die bij de kiezers toch een potje kon breken, hield nadrukkelijk afstand van de radicale en door de Belgische rechter als racistisch bestempelde zuiderburen.
Onverstandig is Nawijns optreden verder omdat zijn actie, die tot een afsplitsing van de LPF-fractie leidde, niet goed is voor het functioneren van de democratie. Al die eenmansbedrijfjes -we hebben ook Lazrak en Wilders al- werken bij elkaar genomen als zand in de raderen van het parlementaire bedrijf. Eenmansfracties maken in de praktijk vaak weinig klaar en vergroten de overzichtelijkheid van debatten niet.
Maar Nawijns actie is vooral ook onverstandig met het oog op de toekomst. Er is niets verkeerds aan als Nederland een wat rechts georiënteerde, op het behoud van waarden en normen gerichte partij rijker zou worden. Maar van legio rechtse splintertjes wordt niemand wijzer. Hoeveel krijgen we er bij de volgende verkiezingen? Naast Lijst Wilders een Lijst Nawijn, Lijst Van As, Lijst Eerdmans en Lijst Peter R. de Vries? Dat leidt tot grote verspilling van rechtse stemmen.
Nawijn heeft door het politieke landschap een bijzondere gang gemaakt. Begonnen als wethouder voor het CDA, liet hij zich strikken om voor de LPF minister te worden, om in de achterliggende week geheel voor zichzelf te beginnen.
Van zijn CDA-verleden zijn nog positieve resten aanwezig. Zo sprak hij zich een jaar geleden in deze krant uit als tegenstander van abortus provocatus. „Ik word niet goed als ik denk aan afbreking van zwangerschappen.” Het was beter geweest als hij op basis van dit soort gezonde opvattingen aansluiting had gezocht bij gelijkdenkenden, om bruikbare rechtse splinters tot een nuttig stuk hout te vormen, in plaats van zichzelf in een zo sterk isolement te brengen.
Had hij in zo’n partij het christelijk gedachtegoed een eervolle plaats gegeven, dan zou hij tenminste nog énige reden hebben gehad zijn denktank naar Marnix van St. Aldegonde te noemen. Want de motivering dat deze historische persoon door zijn vlucht van Antwerpen naar Nederland beide landen met elkaar verbindt en nu dus ook het Vlaams Belang met Nawijn, is wel erg dunnetjes.