Buitenlandse hulpverleenster in Atjeh in nek geschoten
Een 28-jarige hulpverleenster uit Hongkong is in de nacht van woensdag op donderdag in de Indonesische provincie Atjeh in haar nek geschoten, toen zij in een voertuig van het Rode Kruis op weg was naar een distributiecentrum met goederen voor slachtoffers van de tsunami.
Het was de eerste beschieting van een buitenlandse hulpverleenster in Atjeh sinds de zeebeving van eind december.
Woordvoerder Virgil Grandfield van het Internationale Rode Kruis zei dat de toestand van de 28-jarige Eva Yeung stabiel is. Zij is voor een medische behandeling naar het ziekenhuis van Medan overgebracht. Grandfield liet weten dat zeker twee keer op de hulpverleenster is geschoten.
Wilson Wong, plaatsvervangend secretaris-generaal van het Rode Kruis in Hongkong, zei dat Yeung bij bewustzijn is en kan praten. Hij zei dat de vrouw waarschijnlijk later op de dag naar Singapore wordt gevlogen.
Politiewoordvoerder Djoko Turochman in Atjeh zei dat de rebellen van de Beweging Vrij Atjeh (GAM) vermoedelijk achter de aanslag zaten. Hij zei dat Yeung van een afstand van 100 meter werd beschoten. „We zullen de veiligheid vergroten voor de buitenlanders die in Atjeh werken ”, aldus Turochman.
De GAM is in 1976 gevormd en heeft zich ten doel gesteld Atjeh los te weken uit de in 1949 opgerichte republiek Indonesië. De GAM en de regering in Jakarta hebben onlangs gesprekken in de Finse hoofdstad Helsinki gehouden.
Michèle Lipner, veiligheidscoördinator voor de Verenigde Naties in Atjeh, zei dat de organisatie naar aanleiding van het schietincident het vervoer over de weg voorlopig heeft opgeschort tussen Banda Atjeh en de stad Meulaboh, dat ongeveer 250 kilometer zuidelijker ligt.