„UCK doodde tientallen Albanezen"
Het Kosovo–Bevrijdingsleger (UK) heeft, met name in 1998/99, tientallen etnische Albanezen geëxecuteerd die niet met het UC_K wilden samenwerken. Dat stelde de voormalige Joegoslavische generaal Bozidar Delic woensdag als getuige van de verdediging tijdens het Milosevic–proces voor het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag.
Delic, zelf een in Kosovo geboren Serviër, zei zich vooral te baseren op afgeluisterde gesprekken via de radio. Kosovaren werden gedood als zij door het UCK werden gezien als „loyaal aan de Republiek Servië", ook al werkten zij maar op het postkantoor, aldus Delic.
Het UCK vocht voor een onafhankelijk Kosovo en streed tegen de Servische politie en het Joegoslavische leger. Sinds de NAVO–bombardementen in 1999 staat de Servische provincie Kosovo onder VN–bestuur.
De NAVO intervenieerde destijds om een eind te maken aan het geweld van de overheid tegen de Kosovo–Albanese burgerbevolking. Wat die veronderstelde misdaden betreft, was er volgens Delic in veel gevallen sprake van ’propaganda’ van het UCK. De generaal legde de nadruk op de dreigementen van het UCK tegen etnische Serviërs die soms neerkwamen op „etnische zuiveringen": zo werd een voormalig gemengd dorp geheel verlaten door zijn etnisch Servische inwoners.
Oud–president Milosevic van Joegoslavië staat sinds februari 2002 terecht voor het VN–hof in Den Haag, onder meer wegens oorlogsmisdaden waarvan de Kosovo–Albanezen het slachtoffer werden.
Aan de hand van tal van documenten over incidenten probeerde Delic aan te tonen dat het Joegoslavische leger wel moest reageren op aanvallen van het UCK. Milosevic zei in een vurig betoog dat er dus geen sprake kan zijn van een „gemeenschappelijke criminele onderneming", een vooropgezet plan voor misdaden zoals beschreven in de tenlastelegging.