Cultuur & boeken

Rantsoen van 32 pond margarine

Titel:

Harry Groenenboom
22 June 2005 09:12Gewijzigd op 14 November 2020 02:40Leestijd 5 minuten

”Verzoening in de praktijk? De NCSV en de ’Duitsche Quaestie’”
Auteur: dr. Wilken Veen
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 239 1616 6
Pagina’s: 124
Prijs: € 12,50. De Tweede Wereldoorlog is een strijd tussen christelijke naties. Na de oorlog nemen leden van de Nederlandse Christen-Studenten Vereniging (NCSV) de taak op zich te streven naar verzoening met Duitse christenen. Voor een werkelijke verzoening is een schuldbelijdenis van Duitse zijde essentieel. ”Verzoening in de praktijk?” geeft een indruk van de manier waarop kort na de oorlog naar verzoening wordt gestreefd.

De Nederlandse Christen-Studentenvereniging (1896-1985) is lange tijd de grootste christelijke studentenvereniging van Nederland. De leden studeren in meerderheid theologie. Vooral vertegenwoordigers van de zogenaamde ethische richting in de Hervormde Kerk treden voor de vereniging als spreker op. Maar ook iemand als de gereformeerde dogmaticus H. Bavinck is een graag geziene gast. In de jaren dertig raakt de vereniging, zoals de meeste vertegenwoordigers van de ethische richting, onder invloed van de theologie van Karl Barth.

De vereniging heeft, afgaande op wat oud-leden daarover hebben meegedeeld, zegenrijk werk verricht. Vooral de zogenaamde jongenskampen, die elke zomer worden gehouden, zijn voor velen onvergetelijk. De Bijbel staat er centraal. Door die kampen zijn veel jonge mensen zich bewust geworden van de waarde van het christelijk geloof. Het heeft hun verdere leven gestempeld.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heft de vereniging zichzelf op. Reden hiervoor is dat joden geen lid meer mogen zijn. Na de oorlog gaat men aanvankelijk op de oude voet verder. Veel leden sympathiseren, geïnspireerd door de theologie van Karl Barth, met de zogenaamde Doorbraak die in 1946 plaatsvindt. De Doorbraak houdt in dat leden van christelijke politieke partijen zich aansluiten bij de Partij van de Arbeid. Zo willen zij met het Evangelie midden in de samenleving staan.

Internationaal
In de jaren zestig en zeventig raakt de vereniging helaas steeds meer in communistisch vaarwater. Uiteindelijk leidt dit in 1985 tot de opheffing van de vereniging. De oud-leden besluiten een deel van het vermogen van de vereniging te gebruiken voor onderzoek naar haar geschiedenis. A. J. van den Berg neemt dit onderzoek ter hand, hij promoveert in 1991 op het boek ”De Nederlandse Christen-Studenten Vereniging 1896-1985”. In dit boek blijven naar de mening van de oud-leden de internationale betrekkingen van de vereniging onderbelicht. Nader onderzoek daarvan vindt men noodzakelijk, wat uiteindelijk resulteert in onder meer de hier besproken beknopte studie. Het zwaartepunt daarvan ligt bij de verschillende ontmoetingen tussen Nederlanders en Duitsers in de naoorlogse jaren, de vereniging zelf blijft wat op de achtergrond. Reden hiervoor, zo zegt de auteur in zijn inleiding, is dat het vooral individuele leden zijn die naar verzoening streven. Hun activiteiten worden niet door de hele vereniging gedragen. Dr. W. A. Visser ’t Hooft (1900-1985), die aan de wieg stond van de Wereldraad van Kerken, speelt bij het streven naar verzoening een leidende rol.

Voedsel
”Verzoening in de praktijk?” geeft een aardig beeld van de situatie kort na de oorlog. Zo bestaat aanvankelijk bij veel verenigingsleden enige tegenzin om met Duitsers in contact te komen. Aan het eind van 1946 is een delegatie van de vereniging aanwezig op een studentenconferentie in Zwitserland. In het verenigingsblad wordt daarover opgemerkt: „Tenslotte was het voor ons geen vanzelfsprekendheid om op deze vergadering […] Duitse afgevaardigden te ontmoeten. Wat werd het ons door de Amerikanen kwalijk genomen dat wij niet meededen in het algemeen applaus, waarmede de Duitse afgevaardigden werden begroet!” Aan verzoening met de Duitsers is men zomaar niet toe.

De levensomstandigheden zijn in die tijd ook heel anders. In 1947 is er, ook in Nederland, nog sprake van rantsoenering van het voedsel. Tijdens een kamp in Duitsland hebben de Nederlandse studenten een rantsoen van 32 pond margarine. Daartegenover hebben de Duitsers voor dezelfde periode en hetzelfde aantal mensen nog geen 2 pond. Het komt er uiteindelijk op neer dat het hele kamp eet van het door Nederlanders meegebrachte proviand.

Links
De auteur, dr. Wilken Veen (1953), studeerde theologie en is zelf jarenlang actief geweest binnen de NCSV. Het zijn de jaren waarin de vereniging zich steeds meer bezig gaat houden met het communisme. Men wil het ”reëel bestaande socialisme” in Oost-Europa positief tegemoet treden. De auteur is daardoor beïnvloed. In het algemeen laat hij de feiten spreken, waarbij hij zich voornamelijk baseert op schriftelijke bronnen. Het ontbreekt hem ook niet aan zelfkritiek, bijvoorbeeld als hij constateert dat het cynisme waarmee studentenpredikanten uit de DDR over hun staat spreken, regelmatig niet serieus genoeg wordt genomen. Bij een uitdrukking als ”kruistocht tegen het communisme” blijkt echter linkse vooringenomenheid.

Onvoorstelbaar overigens dat Nederlandse studenten in de jaren zeventig aan Oost-Duitse studenten de DDR-politiek gaan uitleggen. Een intrigerende vraag is, hoe een vereniging die zich heeft verzet tegen de dictatuur van het nationaal-socialisme, na de bezetting linkse dictaturen gaat bewonderen. Is dat misschien een gevolg van een reactionair antirechtse houding?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer