Opinie

Beeldcultuur

17 June 2005 11:46Gewijzigd op 14 November 2020 02:39

De generale synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland stelde een deputaatschap moderne media in. Het is goed dat de kerk zich bezint op de actualiteit. Tegenover allerlei dat knaagt aan de grenzen die de kerk stelt. Daarbij is meer nodig dan het formuleren van wat mag en niet mag. De wet van God is een liefdewet. Is het niet juist de liefde tot de Allerhoogste die mensen weerhoudt van het kwade? Ondertussen blijkt internet een gegeven dat af en toe onmisbaar is en waar niemand omheen kan.Achter de vraag hoe mensen zouden moeten omgaan met allerlei moderne media steekt nog een andere kwestie: de vraag of de beeldcultuur het schrift van lieverlee zal verdringen. Sommigen negeren of bagatelliseren die zaak: we leven niet meer in de Middeleeuwen. Kom nou!

Toch hebben mensen steeds meer haast. Ze zien graag in één oogopslag wat er speelt. De commentaren en de opiniërende artikelen in de dagbladen moeten korter en meer geïllustreerd. Zoiets kan de principiële, richtinggevende rol van de krant verzwakken. Dat schijnt niet erg, omdat de meeste mensen in onze cultuur de overtuiging zijn toegedaan dat niemand echt de waarheid kent. Een humoristische tekening blijkt toch veel sprekender dan tekst? Ja, maar nuances ontbreken daar doorgaans in.

Wie wil waarschuwen tegen de beeldcultuur verwijst naar Adam, die de stem van de God hoorde aan de wind. Hij wijst erop dat volgens Romeinen 10 het geloof uit het gehoor is. Niet door plaatjes. Hij legt de vinger bij passage van Petrus, die zegt dat mensen moeten letten op het profetische woord. Een enkele cultuurfilosoof waarschuwde al dat de beeldcultuur het einde gaat betekenen van het christendom. Omdat dat bij uitstek een godsdienst is van het Woord.

Het is ondertussen de vraag of die tegenstelling zo scherp ligt. Toen de boekdrukkunst nog niet was uitgevonden, speelden afbeeldingen een grote rol. Paus Gregorius de Grote schreef rond het jaar 600: „Beelden worden in kerken gebruikt, opdat zij die ongeletterd zijn tenminste lezen kunnen door op de muren te zien, wat zij niet in boeken kunnen lezen.” En: „Wat schrijven doet voor de geletterde, doet een afbeelding voor de ongeletterde (…). Zij die geen letters kennen, kunnen op deze manier lezen.”

De Heidelbergse Catechismus keerde zich in de context van de rooms-katholieke samenleving tegen beelden als boeken der leken. Maar de centrale vraag blijft of iemand echt kan lezen door op de muur te zien? Of via het kijken van plaatjes? Is de afbeelding voor de ongeletterde wat het schrift is voor de geletterde?

Dat valt te betwijfelen. Iemand schreef in de elfde eeuw: „De menselijke generaties gaan voorbij en de vergetelheid maakt zich meester van de daden van de gelovigen, tenzij de herinnering aan wat zij aan goeds hebben gedaan in dit leven toevallig wordt toevertrouwd aan enkele perkamenten.” En nog een stap verder: christelijke geleerdheid stamt uiteindelijk af van het geschreven woord. Dat is dus reden genoeg om de beeldcultuur niet al te zeer te voet te vallen. Afgezien nog van de zondige gevaren waarvoor de synode in Barneveld wilde waarschuwen.

Maar er is nog iets anders. Meer nadruk op het beeld leert oppervlakkiger leven. Mensen kunnen plaatjes kijken van Adam en Eva en van de slang. Maar dat kan niemand iets leren over de erfzonde. Tenzij zo iemand eerst heeft gehoord, of gelezen, wat dat betekent. Afbeeldingen kunnen iemand niet uitleggen wat hij niet weet. Zij kunnen het geheugen versterken van wat iemand al weet. Omdat het werd verteld. Of omdat hij het kan lezen. Hoe meer de samenleving zich overgeeft aan de beeldcultuur, des te oppervlakkiger wordt het leven. Geleerdheid, kennis gaat op die manier teloor.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer