Een oase van rust tussen stadslawaai
Titel:
”Dwars door het Groene Hart. Landschapsverkenningen door tijd en ruimte”
Auteur: Frans Buissink en Toon Fey
Uitgeverij: Uniepers, Abcoude, 2001
ISBN 90 6825 263 1
Pagina’s: 160
Prijs: € 22,64. Weilanden met schapen en koeien. Op de achtergrond de Amsterdam ArenA en een paar hoge kantoorgebouwen. Een betere typering van het Groene Hart is nauwelijks te geven. Toch is het uitgestrekte gebied meer dan dat. Er is ook ruimte voor echte stilte.
Die ruimte is er nog wel. Maar de schrijvers van het boek ”Dwars door het Groene Hart” zijn er niet helemaal gerust op. Ze zijn bang dat lokale overheden het belang van bouwen groter vinden dan het belang van de natuur. Het gebied wordt bedreigd met een infarct, zo stellen ze.
De term ”Groene Hart” is nog niet zo oud. Mogelijk was luchtvaartpionier Albert Plesman in 1924 de eerste die deze woorden in de mond nam. Hij zou al vliegend in zijn Dakota zijn passagiers hebben gewezen op een immens groen gebied met daaromheen in een hoefijzervorm een rand van steden.
Het boek begint met een pagina’s lange geschiedschrijving van het Groene Hart, afgewisseld met goede foto’s. In de Middeleeuwen was het vooral zaak het gebied te ontginnen. Vele kilometers sloten werden met de hand gegraven en ook de zo kenmerkende dijken waren puur handwerk. Militairen gebruikten het gebied later juist weer voor onderwaterzettingen. Door het graven van greppels en sloten, bedoeld om het veenwater af te voeren, klonk het veen echter in. Daardoor zakte het gebied in de loop van de tijd vele meters. De Krimpenerwaard lag ooit waarschijnlijk 4 meter boven NAP; nu is dat 2 meter onder NAP.
Net zo oud als de grondproblemen zijn ook de bebouwingsperikelen. Alleen heeft dat laatste tegenwoordig wel een andere oorzaak dan in de Middeleeuwen. Na de uitvinding van het kanon waren aarden wallen te zwak voor de verdediging van de steden. Muren moesten meer bescherming bieden aan bewoners, maar de uitbreiding van de steden ging daardoor wel moeilijker. Toch groeiden de steden in de zestiende eeuw snel dankzij de economische voorspoed. Er was geld genoeg om de plaatsen te vergroten.
In onze tijd is de groei eveneens groot. Maar nu wordt die bemoeilijkt door het groen. De schrijvers laten duidelijk merken dat zij dit juist andersom zien. Volgens hen wordt het groen bedreigd door nieuwbouw.
Naardermeer
De eerste die echt opkwam voor het Groene Hart, was de bekende schrijver en kunstenaar Jac. P. Thijsse. Hij richtte in 1905 de vereniging Natuurmonumenten op om te voorkomen dat Amsterdam een vuilstortplaats zou maken van het Naardermeer. In 1960 verscheen de Eerste Nota Ruimtelijke Ordening, die al snel werd gevolgd door een tweede. Vorig jaar verscheen de vijfde. Deze nota’s moeten het landschap enigszins beschermen.
Na het gedeelte over de geschiedenis gaan de schrijvers in op de sfeer in het landschap. Ze doen dat op een uitgebreide, maar zeker niet saaie manier. In het boek staan prachtige foto’s, maar vooral in het laatste gedeelte staan mooie natuurplaten. Zonsondergangen zijn prachtig weergegeven, maar ook heel vrolijke foto’s ontbreken niet. Het is een boek voor mensen die ontspannen kennis willen maken met het Groene Hart.