Pastorale lessen van Spencer
Titel:
”Tot Christus geleid”
Auteur: I. S. Spencer
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2001
ISBN 90 614 0773 7
Pagina’s: 208
Prijs: € 15,84. In zijn boek ”Tot Christus geleid” toont de 18e-eeuwse Amerikaanse prediker Ichabod Spencer zich als een man Gods die doorgloeid is van de eeuwigheid. Zijn gedrevenheid om mensen te wijzen op de eeuwigheid, zijn directheid in de vragen die hij stelt en zijn zeer gepaste antwoorden vormen een indringende les voor pastores en pastoranten.
Wat heeft me zo getroffen bij het lezen van dit boek? Het is misschien wat vreemd, maar toch wil ik de vergelijking maken met een röntgenapparaat. Als je dit boek leest, ervaar je als het ware doorgelicht te worden. Maar dat niet alleen. ”Tot Christus geleid” is ook een geestelijke apotheek. In zijn dagboekaantekeningen reikt Spencer zeer zeker ook het medicijn aan. Op een heel directe en doortastende manier stoot hij door naar de kern van de zaak: hoe staat iemand tegenover God?
Vanavond
Die vrouw bijvoorbeeld, die al drie jaar wachtte op de Heilige Geest. „Vergeef me mijnheer, ik moet nogmaals vragen of u werkelijk denkt dat de Heilige Geest met me worstelt.” „Ja, mijn lieve vriendin, ik weet dat dit zo is. Hij heeft dit al jaren gedaan. Hij biedt u Zijn hulp aan. Hij roept u nu tot Christus. Ga nu tot Christus. Bekeer u vanavond. Aanvaard Hem en rust nu op Christus. De Heilige Geest zegt: Heden indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw hart niet.” „En dat is alles wat u me over de Heilige Geest te zegen hebt? Ja, dat is alles…”
Of die jonge vrouw met wie Spencer zulke goede gesprekken had gehad. Op een dag zag hij haar weer. Ze was heel erg veranderd. Ze begon te praten over alledaagse dingen. Direct vuurde Spencer zijn vraag af: „Heb je je hart aan Christus gegeven, Maria?” O nee, nog niet, zei ze, maar ik voel me niet zo slecht als eerst. Waarop Spencer vroeg: „Waarom niet? Welke reden heb je om je wat beter te voelen?”
Dat bedoel ik nu met doortastend pastoraat! Niet zeggen: O fijn, dat het wat beter gaat, maar vragen of het wel echt beter gaat.
Verderf
Weer een ander merkte op dat hij veel verlichting had ervaren nadat hij van iemand de raad had gekregen zich niet zo veel zorgen te maken. Spencer antwoordde: „De vrede van de verdorvenen! Vrede in zonde! Vrede zonder Christus! Vrede terwijl er geen vrede is! Vrede terwijl je bent blootgesteld aan het eeuwige verderf!”
Of die stervende vrouw die voor zichzelf alle hoop al had opgegeven. Spencer bezocht haar en zei dat ze nog tijd had. En zo begon hij haar de weg naar de zaligheid uit te leggen: „Het eerste is dat wij zondaren zijn (…), het tweede dat juist zulke zondaren zalig kunnen worden (…), het derde is dat verloren zondaren door Christus gezaligd zullen worden als ze zich van hun zonden bekeren en in Hem geloven (…), het vierde is dat we de hulp van de Heilige Geest nodig hebben om onze harten te vernieuwen en ons tot geloof en bekering te brengen (…), het laatste is dat deze gehele zaligheid ons nu vrij wordt aangeboden, heden; en dat het onze plicht is dat wij er belang bij hebben om haar ter plekke te accepteren en precies zoals we zijn, namelijk als verloren zondaren.”
Vooroordelen
Opvallend is ook zijn vasthoudendheid om bij mensen binnen te komen en met hen te praten. „Ik zou het liever niet hebben, meneer.” „Mevrouw, het moet, ik kan u zo niet verlaten.” „Ik zal het niet doen.” „Ik hou te veel van u om het niet te doen; ik vraag het als een persoonlijke gunst voor mijzelf en ik zal vinden dat u mij onbeleefd behandelt als u me afwijst…” „Nou goed dan”, antwoordt de vrouw.
Vooroordelen tegen zijn persoon neemt Spencer voor lief. Hij wil maar één ding: samen met de persoon in kwestie eerlijk de balans opmaken met betrekking tot de eeuwige toekomst. Spencer is een eeuwigheidspastor en juist die hebben we nodig.
Er is nog veel meer over dit boek te zeggen, maar het liefst zou ik willen besluiten met de woorden: Neem en lees. Ga eens ’in gesprek’ met deze pastor en stel uzelf de vraag: Hoe gaat het met mij? Hoe zal het met mij gaan als ik er niet meer ben?