In zes dagen
Het debat over Intelligent Design (ID) lijkt alweer dood te bloeden. Vorige week nam minister van Onderwijs Van der Hoeven een boek over ID in ontvangst, maar de meeste media hadden hun kruit toen al verschoten. Een paar weken eerder was al bekend geworden dat Van der Hoeven serieus aandacht aan dat onderwerp wilde besteden en zelfs wilde overwegen ID in de eindtermen van het vak biologie op te nemen. De Tweede Kamer was daarop in rep en roer en wilde juist het scheppingsverhaal uit de biologieles schrappen. Doordat de kamerleden kort daarop alles in het werk moesten stellen om Nederlanders te bewegen vóór de EU-grondwet te stemmen, verdween de discussie naar de achtergrond.
Dat geldt echter niet voor kringen waar vanouds aarzelingen bestaan bij het evolutieverhaal. Daar is nu een wonderlijke spagaat te zien. Halverwege de jaren zeventig waren het -ere wie ere toekomt- de Evangelische Omroep en de Evangelische Hogeschool die in Nederland een grondige discussie over schepping en evolutie hebben aangezwengeld. Ze wezen op de ontbrekende tussenstadia tussen reptielen en vogels, op fossielen in één aardlaag die volgens de theorie nooit tegelijk hadden kunnen bestaan en op het onlogische van een toenemende orde.Intussen is bij sommigen van die voormannen een opmerkelijke verschuiving te zien. Acht jaar geleden gaf de helft van de EO-achterban aan te geloven dat God de aarde in zes dagen heeft geschapen. Ouweneel verklaarde daarop dat het voor hem niet vaststond of dat dagen van 24 uur waren. Naar aanleiding van de recente discussie betuigde Knevel eind vorige week in Visie zijn instemming met veel christenwetenschappers die aannemen dat „het heelal 13,7 miljard jaar oud is en de aarde meer dan 4 miljard jaar.”
Knevel geeft toe dat dat een verandering van inzicht is: „Dat is iets anders dan we in de jaren zeventig hoorden.” Het opvallende eraan is dat hij zich nu blijkbaar door wetenschappers heeft laten overtuigen. Het is de vraag of de wetenschappelijke argumenten voor zo’n oude aarde nu zo veel steviger zijn dan in de jaren zeventig.
Los daarvan stelt het denkbeeld van een miljarden jaren oude aarde bijbelgetrouwe christenen weer voor immense vragen - vragen die destijds meewogen bij het afwijzen van de evolutietheorie. Wie capituleert voor de oude aarde, zit ook vast aan de oude mens en de al of niet sprongsgewijze evolutie daarvan uit de aap. Maar was de Neanderthaler dan ook geschapen naar Gods beeld, in kennis, gerechtigheid en heiligheid? Stond de boom van kennis van goed en kwaad dan in Ethiopië, waar het fossiel is opgegraven van Lucy, een rechtoplopende vrouw van 3 miljoen jaar oud? Komt daarmee de zondeval niet op losse schroeven te staan, en is verlossing dan nog nodig? Dat Paulus sprak over een eerste en een tweede Adam - was dat slechts omdat hij zich liet meeslepen door een rabbijnse visie in zijn tijd? Calvijn zei al dat Mozes op het begripsniveau van zijn tijdgenoten sprak - maar vergiste God Zich ook toen Hij over zes scheppingsdagen sprak in de Tien Geboden?
Het nut van de ID-beweging is vooral dat vanuit wetenschappelijke kring duidelijke vraagtekens geplaatst zijn bij de evolutietheorie. Bovendien zijn er sterke argumenten aangedragen voor het bestaan van een ontwerper, hoewel die wetenschappers zich niet uitspreken over de aard daarvan.
Christenen moeten de huidige discussie gebruiken om aan te tonen dat de alleenheerschappij van de evolutietheorie in het onderwijs ongewenst is, maar niet om zelf te gaan twijfelen aan de historiciteit van de Bijbel. We moeten niet doen alsof er geen christenwetenschappers meer zijn die onverkort geloven in een schepping van zes dagen. Zij gebruiken de argumenten van ID juist om het manco van de evolutietheorie aan te geven en vaster overtuigd te raken dat God de Schepper is.