Basisscholen hebben veel oude methoden
Ruim de helft van alle kinderen in het basisonderwijs werkt met verouderd lesmateriaal. Het gaat om methoden die elf jaar of ouder zijn.
Dat blijkt uit onderzoek dat TNS NIPO heeft uitgevoerd in opdracht van de GEU, de brancheorganisatie van educatieve uitgeverijen.
Van de in gebruik zijnde methoden voor de hoofdvakken blijkt 44 procent elf jaar of ouder te zijn. Kennelijk zijn daarbij nogal wat grotere scholen betrokken, zodat het aantal kinderen dat met deze methoden werkt, boven de 50 procent ligt.
Aan het onderzoek werkten meer dan 5000 basisscholen mee, 63 procent van het totaal. Ruim 3000 scholen blijken te werken met methoden van tussen de elf en dertien jaar oud; zo’n 1000 scholen gebruiken lesmethoden die ten minste dertien jaar oud zijn. Dat betekent dat bijna een miljoen kinderen in het gewoon en speciaal basisonderwijs les krijgen met sterk verouderde methoden.
Zestien procent van alle in het basisonderwijs gebruikte lesmethoden is tussen de vijftien en zeventien jaar oud, 7 procent is minimaal achttien jaar oud en 1 procent zelfs 23 jaar of ouder.
De ouderdom van methoden wordt bepaald door de gebruiksduur -de periode sinds de aanschaf- te vermeerderen met de ontwikkeltijd, gemiddeld drie jaar. Een lesmethode die acht jaar geleden is gelanceerd, bevat dan elf jaar oude leerstof.