De Iraanse presidentsverkiezingen worden op 17 juni gehouden. Er zal een opvolger worden gekozen voor de zittende, hervormingsgezinde president Mohammed Khatami, die zich volgens de wet niet voor een derde termijn kandidaat mag stellen. Uit peilingen blijkt dat veel van de in totaal 48 miljoen stemgerechtigde Iraniërs niet gaan stemmen omdat ze geloven dat vreedzame, democratische hervormingen hoe dan ook door het islamitische establishment onder leiding van ayatollah Ali Khamenei zullen worden geblokkeerd. Dit lot viel ook de plannen van de in 1997 aangetreden Khatami ten deel.

Hossein Shariatmadari, een naaste medewerker van Khamenei en één van de intellectuelen uit het kamp van de ’hardliners’, zei onlangs dat wanneer de vier voornaamste conservatieve kandidaten zich ten faveure van een van hen zouden terugtrekken, de conservatieve verkiezingsoverwinning zeker zou zijn.

Het religieuze establishment hoopt met de verkiezingen in juni zijn macht te consolideren. De Raad van Hoeders, de conservatieve constitutionele waakhond die uitsluitend uit geestelijken bestaat, verbood hervormers in eerste instantie zich kandidaat te stellen. Khamenei, die het laatste woord heeft over alle staatsaangelegenheden in de islamitische republiek, draaide die beslissing echter terug, uit angst voor een lage opkomst bij de verkiezingen. Khamenei heeft een behoorlijke opkomst nodig om nog serieus te worden genomen in de onderhandelingen die Iran met Europese landen voert over het omstreden Iraanse nucleaire programma.