Hakvoort deed zijn uitlatingen na een vraag van CDA-raadslid K. Brouwer. Die vroeg aandacht voor de moeilijke situatie waarmee vissers en visafslagen te maken hebben. Vergaande samenwerking tussen de sector en de vismijnen zou een grote sanering van bedrijven kunnen voorkomen.

„Het eerste aandachtspunt van het college betreft niet de visafslagen maar de vissers”, zei Hakvoort. Wat de afslagen betreft, heeft elk gemeentebestuur rond het IJsselmeer een eigen oplossing.

De wethouder noemde het voorbeeld van Volendam, waar de gemeente de visafslag heeft overgenomen en deze gratis ter beschikking stelt aan de aanvoerders. „Als de gemeentelijke gebouwen rond de IJsselmeervisafslag verkocht zijn, kunnen wij onze visafslag de goedkoopste van Nederland maken”, zo schatte Hakvoort optimistisch in.

Een sanering van de visserijbedrijven biedt volgens hem ook geen perspectief, omdat de overheid te weinig geld ter beschikking stelt. Overigens trekken de vangsten van paling weer wat aan nu het water warmer wordt. Vergeleken met vorig jaar boekte de IJsselmeervisafslag een omzet die 10.000 euro hoger ligt, zo deelde de wethouder mee.